Dat schreef ik deze week in mijn dagboek. De uitdagingen gaan altijd door. Er zijn overal prikkels om me heen. Er is geen constante, want ik sta in direct contact met de veranderende seizoenen. Denk ik een ritme gevonden te hebben in het warm hebben ’s nachts, verandert de temperatuur weer. Ben ik van plan een rustdag te nemen bij de tent, regent het de hele dag. In een huis kun je een constant klimaat instellen, waardoor je vooruit kunt plannen en waar je je van tevoren op kunt instellen. In het buitenleven is dat niet. (En juist daarom houd ik er zo van: het trekt je in het nu, biedt praktische uitdagingen, creëert afwisseling en uitdaging).
Dat is ook de reden dat het lastig is om met heel weinig spullen jaarrond in de tent te kunnen leven. De omstandigheden kunnen zó verschillen dat je óf een heel scala aan spullen mee moet nemen om het jaar door te komen, óf ervoor kiest om lichtgewicht te reizen maar ergens een opslagplek te hebben. Ik voel me sowieso minder allergisch jegens spullen. Omdat ik met het meest minimale heb geprobeerd te leven, zie ik ook in dat spullen echt een meerwaarde bieden. Het is alsof je op blote voeten moet lopen om erachter te komen dat schoenen best fijn zijn. En dat past bij mij. Ik wil dingen niet doen ‘omdat we ze nou eenmaal zo doen’. Ik wil met overtuiging dingen doen. Ik wil hebben ervaren dat ik het écht nodig heb. Misschien geldt dat ook wel voor een huis. Heb ik écht een huis met bakstenen muren nodig? Heb ik echt een verwarming nodig in de winter? Voorlopig lijkt het nog zo van niet, maar misschien ontstaat ooit het verlangen wel. Dan weet ik dat ik het écht nodig heb.

Onrust zit van binnen
In mijn vorige blog schreef ik al dat ik een bepaalde onrust ervaarde die ik eerder afschreef op het werkende leven. Nu ik soms onrust ervaar terwijl ik de complete vrijheid heb om mijn eigen dagen in te richten, zie ik in dat onrust er soms ook bij hoort. We kunnen het leven niet perfectioneren en altijd blij zijn. Juist de momenten waarop we ons minder fijn voelen brengen groei en vernieuwing. Het zorgt ervoor dat ik minder in het slachtofferschap blijf hangen. Nee, het leven is niet kut omdat ik vandaag naar werk moet. Ik voel me down omdat ik gewoon even te druk ben geweest de afgelopen tijd, omdat ik weinig heb geslapen, of omdat ik menstrueer. Ik vind het fijn om te ervaren dat los van externe factoren, onrust er soms bij hoort. En dat als ik in een compleet andere situatie zit en dit gevoel weer heb, ik me realiseer dat het in mezelf zit. En niet in mijn omgeving.
Waar ik de komende maanden doorbreng
Ondertussen beginnen de plannen voor de komende maanden zich wat te vormen. Ik was de afgelopen weekenden de hort op, en ik heb nu weer zin om wat langer op één plekje te staan. Al is het een paar weken. Dan kan ik weer wat ritme creëren (ook al houd ik van onregelmaat, ik weet het). Spullen inpakken is best veel gedoe en kost veel energie. Bovendien ging mijn fiets steeds kapot, en hoewel die hopelijk nu echt goed gemaakt is heb ik geen zin in een test die mogelijk weer kan mislukken. Gewoon even rustig aan doen. Lekker rustig wakker worden ’s ochtends. Lekker op tijd naar huis na een dag werken. Lekker hangen bij de tent. Lekker mijn spullen uitstallen rondom mijn matje heen. Wat etensvoorraden hebben zonder dat ik die mee hoef te sjouwen.

Op het terrein waar ik meestal sta weten de vaste gasten inmiddels wel dat ik in mijn tent woon. Eerst vond ik dat nog spannend om te vertellen, bang dat het niet ‘mocht’. Ook was ik bang dat mensen dachten dat ik een dakloos figuur was en uit wanhoop in een tent woonde. In de winter zag ik er ook wat sloeberiger uit, daar was ik dan ook een beetje onzeker over. Wat was uiteindelijk mijn angst? Dat ik er weggestuurd zou worden, denk ik. Of dat ik mensen tot last zou zijn. Nu merk ik steeds meer dat ik ruimte in mag nemen. Ik mag op het mooiste plekje van het terrein staan, ook al betekent dat dat andere mensen er op dat moment niet kunnen staan. Ik mag er meerdere weken achter elkaar staan, ook al gaan mensen dan misschien fluisteren. Nu ben ik zelfs door het bestuur gevraagd om in de zomer een paar weken ‘permanent’ te staan, zodat ik verantwoordelijkheid kan dragen voor het terrein in de zomerdrukte. Door die vraag voel ik me alleen maar heel welkom, en dat is ook een langzame shift in het verblijven in de tent op deze plek. Het idee dat het mag. Dat mensen het misschien zelfs wel waarderen!
Soms is het niet makkelijk, maar dat is het nergens
Ik ben het ook nog lang niet zat. Op sommige dagen baal ik intens van mijn situatie. In 100% van de gevallen heeft dat te maken met moeheid. Als ik moe ben, voelt alles rondom het tentleven als teveel. Maar wederom weet ik dat dit in een huis niet minder zou zijn. Dan zou het de afwas zijn waar ik van baalde. Of de vieze vloer. Of hout dat weer gehakt moest worden voor de kachel. Of de huur die ik weer op zou moeten hoesten. Moeheid brengt gewoon een grijze waas over alles heen en ik ga dan toch weer de oorzaken buiten mezelf zoeken. ‘Woonde ik maar in een huis’. Denk ik dan. Dan fantaseer ik over het bed dat ik dan zou hebben en al vrij snel word die fantasie een soort walging. Dan wil ik toch niet naar een huis en word ik hopeloos: WAT DAN?? Wat zou nou perfect zijn? Tsja, dat is waarschijnlijk gewoon even slapen, nu. Blijkt meestal echt de oplossing.

Alleen, dan is er wel één obstakel. Slapen is niet altijd vanzelfsprekend in de tent. De afgelopen weken werd ik moeilijk warm in mijn slaapzak. Ik kende het vanuit de vriesnachten: na 1 of 2 uur in de slaapzak ben je pas op temperatuur. Het fijne is dat ik weet dat het komt, maar wat doe je al die tijd? Proberen te slapen heeft geen nut, dat frustreert alleen maar. Dus: scrollen. Heel veel instagramfilmpjes bekijken. Na een paar dagen ben ik op het geniale idee gekomen om dat te vervangen door informatieve YouTube filmpjes. Over het heelal, het weer, primitieve vaardigheden. Leerzaam én slaapverwekkend. Ik probeer niet teveel te oordelen over mijn telefoongedrag, of er regels aan te koppelen (net als met eten). Soms is het scherm echt even een fijne afleiding, en die gun ik mezelf. Bovendien maakt het mij niet uit dat ik tijd heb ‘verspild’. Wat mij betreft hoef ik niet altijd productief te zijn, of iets nuttigs te doen. Loze tijd is ook fijn. Het enige nadeel is dat het soms negatieve effecten in mezelf versterkt. Onrust, moeheid, onzekerheid, niet kunnen slapen. Vannacht had ik daarom mijn telefoon in de oplader in het toiletgebouw, en dat was zo heerlijk een keer! Zonder telefoon naar bed, zonder telefoon wakker worden. Ik besefte hoeveel ik mis aan mezelf als ik mijn telefoon bij me heb. Hoe minder bewust ik mijn lichaam en behoeftes voel. Maar ook deze interventie kwam intrinsiek, ik wilde echt even telefoonloos zijn. Ik ga mezelf niks verplichten nu. Gewoon kijken hoe het loopt.
Doordat ik zo moe was, ging ik weer eens heel vroeg naar bed. In de winter was dat vrij standaard omdat het donker en koud was, maar met de langere avonden is dat niet meer zo vanzelfsprekend. Weer eens vroeg in bed liggen was heerlijk, en: ik had het meteen warm! De avond was nog warmer, ik was nog minder afgekoeld. Met hempje en short lag ik in mijn slaapzak en was binnen no time warm. Dus mijn ultieme warm-slapen-tijdens-kamperentip: ga vroeg naar bed, om twee redenen. 1) Zodat je alsnog genoeg slaapuren maakt als je eerst een paar uur warm moet worden en 2) Zodat je waarschijnlijk al warmer je bed in gaat dan als je later op de avond de slaapzak induikt.

Oké, nu écht waar ik de komende maanden doorbreng
Goh, ik wijk alweer zo erg af. Ik ging mijn plannen voor de komende maanden vertellen. Tot juni sta ik vooral op mijn vaste stekkie, om de hele maand juni wandelend door Wales door te brengen met zwervervriendin Zora. In juli ga ik twee weken op een huis passen in het Noorden en wil ik daarna in de buurt daar op een kneuterige camping vertoeven. In augustus ga ik naar Castlefest en kampeer ik daar in de buurt, en eind augustus ben ik de vaste kampeerder op mijn huidige terrein. In september trouwt mijn zus en ga ik naar Frankrijk (of in oktober), en dan breekt langzaam alweer de winter aan. Wat ik dan ga doen? Ik denk gewoon weer een winter op mijn vaste terreintje. Dat kan nog wel denk ik. Ik heb er veel zin in, in hoe anders de ervaring gaat zijn na een jaarrond in de tent.
Oja, en dan ook nog écht waarom ik het niet zat ben: omdat het fantastisch is. Ik krijg vaak de vraag: waarom wil je dan zo graag in een tent wonen? En het enige antwoord dat echt klopt is dat ik gewoon buiten wil zijn. Buiten is mijn passie, mijn hobby, mijn geluk. Ik hou van de uitdaging. Ik hou van leren over de natuur. Ik hou er gewoon van! De secundaire reden is ideologisch. Ik vind dat we geboren zijn op deze aarde en dat de aarde zelf ons onderdak kan zijn. Dat we kunnen leven van wat de aarde ons biedt. Ik wil dat (her)leren. Die behoefte komt gewoon uit mijn tenen, omdat het vrijheid geeft. Ik wil op mezelf kunnen bouwen, het doen met wat er is. Zodat ik niet afhankelijk ben van mensen waarvan ik de intentie niet ken. En kan léven, in plaats van geleefd worden.
xxxx Simone
Reageren kan zonder in te loggen als je je e-mail niet invult 🙂


Plaats een reactie