In het Westen regent het altijd. Neem je de bus rechtstreeks naar het Oosten, trekt de lucht opeens een half uur voor Inverness open en staat je er een stralend zonnetje te wachten. Het gebeurt elke keer weer. Op zich geen straf, aangezien ik Inverness als uitvalsbasis gebruik. The place to be.
Munro bagging
Ik was van plan de Tranters Round te doen. Dat is een route van 60 kilometer die door twee berggebieden loopt en waarmee je 18 munro’s aantikt. Munro’s zijn bergtoppen boven de 914 meter en in Schotland is het een sport om ze allemaal een keer gehad te hebben, dat wordt munro bagging genoemd. Er zijn er 282 dus mij gaat dat niet lukken, maar er zijn mensen die er dan ook weer een sport van maken het in een zo’n kort mogelijke tijd te doen. Of ze bijvoorbeeld allemaal in de winter te doen. Of allemaal in één winter, zoals Anna uit Inverness afgelopen winter als eerste vrouw ooit deed. Echt bruut, want ik vind één munro in de zomer al pittig!
Ted zei dat ik de Tranters round wel zou kunnen, ik twijfelde daaraan. Ik heb nog nooit een langere bergtocht inclusief kamperen gedaan en ik voel me best wel een leek in de bergen. Zelfverzekerd ben ik er in ieder geval nog niet over, maar misschien was dat dan een extra goede reden om het te gaan doen. De weersvoorspelling was alleen prut, maar ik was er klaar mee me daardoor te laten beϊnvloeden. iK bEn ToCh NiEt VaN sUiKeR?! Het voordeel van deze tocht is dat als je eenmaal de eerste piek beklommen hebt, je vrij hoog blijft en maar één keer afdaalt naar de vallei om het andere berggebied in te trekken. De klimmeters vallen in die zin mee, maar wat niet meevalt is dat de temperatuur hoog in de bergen ’s nachts tot onder het vriespunt kan dalen, in ieder geval gevoelsmatig.

Ik had er helemaal geen zin in: angst verpakt in tegenzin. Ik was ook gewoon chagerijnig om onverklaarbare reden, zoals ik de laatste maand wel vaker ben. Misschien omdat ik klaar ben om naar huis te gaan en tegelijkertijd verdriet voel om Schotland en Ted achter me te laten, in combinatie met dat ik in Inverness wil blijven om Ted te zien maar ook toffe meerdaagse trips wil doen. Daarbij optellend dat het weer eigenlijk te prut is om meerdaagse trips te doen en ik zin heb in een gemoedelijk leventje, maar dan weer fear of missing out heb. Heel ingewikkeld allemaal, althans, dat maak ik het zelf (zou Zora zeggen).
Gelukkig had ik ook niks anders te doen en mijn tent de vorige avond al ingepakt en stond ik daarom rond het middaguur langs de weg met mijn duim in de lucht. Mijn chagerijnige bek zal er aan bijgedragen hebben dat niemand stopte en na twintig minuten was ik het zat en liep ik naar de bushalte. Ik vreesde voor de prijs, maar het bleek maar elf pond voor een trip van twee uur! Hiephoera! Uiteindelijk duurde de trip drie uur want de buschauffeur keerde halverwege om en reed weer een half uur terug (ik in paniek), omdat twee mensen waren vergeten uit te stappen. APART.

In de zeikregen en met een backpack vol lekker eten van de veel te dure Marks & Spencer liep ik het uurtje naar de camping. Het was echt een massief grote camping maar ik vond een veldje helemaal achterin waar je auto niet naast je tent kan staan en waar het dus veel minder druk was. Natuurlijk bleek ik wel precies naast de tent te staan waar drie jongens om 3 uur ’s nachts de lol van hun leven hadden, maar het was niet zo tjappie als die laatste keer op Skye. Bovendien werd ik wakker van hun gepraat dus had ik al een beetje geslapen waardoor ik me chiller voelde en hoefde ik dit keer de tent niet uit om te vragen of ze stil konden zijn, want de buurman deed dit al voor me. Toch fijn als je niet de enige overgevoelige slaper blijkt te zijn (en als mannen soms ff problemen voor je oplossen).
De volgende dag regende het nog steeds maar de weersvoorspelling was oké voor die dag. Voor de dagen erna was het echter zeer harde windstoten en dikke buien, kans op mistvrije toppen 10% ofzo. Niet echt wandelwaardig weer dus. Ik overwoog mijn opties en besloot: ik laat mijn tentje lekker staan en ga toch gewoon dagwandelingen doen. No way dat ik zeiknat in vriestemperaturen mijn tent weg laat waaien, dat gaat me toch net even een stapje te ver. Bovendien zou ik ook ongesteld worden, dus een extra motivatie om het een beetje rustig aan te doen. Geen Tranters round voor mij, maar wel heerlijk tussen de bergen vertoeven.

Ben Nevis
Door de harde wind en regen waren er geen midges, dat was echt een grote win. Tussen de buien door kon ik gewoon lekker m’n broodje kaas en kopje earl grey thee aan de picknicktafel eten, met uitzicht op de Ben Nevis, de hoogste piek (1345m) van het Verenigd Koninkrijk! Het was ook zondag dus iedereen pakte zijn tent in, vanavond zou ik het veld voor mezelf hebben en dat was een goed vooruitzicht. Eén van mijn wensen voor deze reis was ook die Ben Nevis beklimmen en als ik vorig jaar niet door Zora de berg Snowdon in Wales opgesleept was had ik nooit gedacht dat ik het zou kunnen. Ik dacht dat bergklimmen voor zieke pro’s was, maar vooral die bekende bergen hebben hele goed onderhouden paden. Ze zijn daardoor soms veel makkelijker dan sommige lagere maar veel minder bewandelde bergen (zou ik de volgende dag ondervinden).
Ik vloog de berg op en haalde alle gezinnen, oude mensen, groepen, stelletjes en ander gespuis in. Het was druk maar gezellig en ik voelde me even heel capabel met mijn tempo. Ik ben echt fit geworden deze reis en dat is zo’n heelijk gevoel! Daarom houd ik ook zo van het zwerverleven en de continue beweging die erbij hoort. Ik hoef niet geforceerd naar de sportschool om goed in mijn vel te zitten, maar heb gewoon een levensstijl die me fit en gezond houdt. Op de top was het mistig maar ik was superblij dat ik het gewoon gehaald had omdat ik het al heel lang van plan was. Na een wederzijdse fotoshoot met een Pakistaanse man vloog ik terug naar beneden om me kapot te chillen op de nu rustige camping. Plan voor de volgende dag: toch met de tent de bergen in? Ik voelde me sterk na deze dag maar was in twijfel door het weer.

Stob Ban (Mamores) and Mullach nan Coirean
Maar hallo, ik ging hier niet op mijn luie reet zitten met al die geweldige pieken boven mij uittorend. Met mijn tent in de bergen zou dan misschien een beetje te heftig zijn, maar een beetje nat regenen met het vooruitzicht op een warme douche zou toch wel moeten kunnen?! Ook met een permanente premenstruele grijze wolk rondom mijn hoofd?! Het zou om zes uur ’s avonds flink gaan regenen, dus als ik gewoon zorgde dat ik voor die tijd thuis was?
Ik besloot de eerste twee toppen van de Tranters Round te doen, dan kon ik de dag daarna misschien the Ring of Steall proberen, een brute ronde van 19 kilometer van de daaropvolgende munro’s. Eerst eens kijken hoe dit zou bevallen en dan kon the Ring altijd nog, stap voor stap. De aanlooproute voor deze eerste twee munro’s (Stob Ban en Mullach nan Coirean) was vijf kilometer en de route zelf 16, dus het zou een lange dag worden.
In de miezer ging ik op weg en ik had er geen zin in. Huilend sjouwde ik mezelf de berg op dwars door de bosjes over iets wat nauwelijks een pad te noemen was. Even daarvoor had ik mijn regenbroek uitgetrokken omdat het niet meer regende en te warm was, en daardoor raakte mijn broek helemaal verzadigd van het water van de varens waar ik doorheen banjerde. Ik keek achterom en dacht: wat een flutpad. Dus pakte ik de kaart er maar weer bij en wat bleek: ik was een pad te vroeg omhoog gegaan. Op de kaart was te zien: parkeerplaats, dan een brug over, daar naar rechts. Maar blijkbaar was ik een parkeerplaats te vroeg omhooggegaan. Het pad zou dezelfde munro bereiken, maar ik twijfelde of ik terug zou gaan. Ik huilde nog meer en was even helemaal klaar met alles, maargoed, ik moest iets beslissen dus trok alsnog mijn regenbroek aan en ging maar door. Opgeven was geen optie (want wat zou ik anders de hele dag moeten doen?!).

In de mist liep ik over een bergkam waar ik alleen maar twee meter verder kon kijken. Het pad was wel duidelijk maar ik had verder geen idee waar ik heen ging. Het voelde heel spannend en opwindend eigenlijk, zo hoog in de bergen te zijn, mezelf vooruit te sjouwen, met alleen maar wit en rots om me heen. Dit was nou echt de ultieme MORDOR experience (de duistere plek van de slechterik in Lord of the Rings). Ik was echt kapotter dan kapot en wist dat ik na deze piek NOG een piek zou moeten beklimmen, maar terug ging ik ook niet dus dan maar vooruit. Ik kon het heus wel, niet piepen nou.
Ik sleepte mezelf over de rotsblokken en werd bijna weggewaaid door de harde windstoten die over me heen waaiden. Het voordeel: af en toe had ik vrij uitzicht en kon ik prachtig om me heen kijken. Ik voelde me wederom heel capabel en vandaag was ik niet omringd door half Groot-Brittanië, maar was ik echt het enige levende wezen op deze berg. Op een paar schapen na wiens aanwezigheid me goed deed.

De regen werd steeds erger en ik was tot op het bot doorweekt. Pauze houden was geen optie want de keiharde wind zou misschien wel tot onderkoeling kunnen leiden. De wind werd zo erg dat ik een paar keer naar de grond dook en plat ging liggen om niet van de bergkam af te waaien. Het was best eng maar ook wel weer vet en ik zorgde ervoor dat ik een flink stuk van de klifzijde af liep (speciaal voor mijn moeder van wie ik nooit dichtbij de rand mag komen). Gelukkig hield mijn wollen thermokleding hoewel nat me goed warm, echt lang leve wol, dus ik riep even bedankt naar de schaapjes. Toen ik op de tweede munro stond kon ik weer ver om me heen kijken en het was echt machtig. Ik was ook niet te doen #dankbaar dat ik hier niet met backpack en tent stond. Ik wilde zo snel mogelijk naar beneden, douchen en warme chocolademelk drinken en voor altijd slapen.
Follow the sun
Alles was nat en niks droogde. De camping was een klamme bende, mijn slaapzak was vochtig, mijn sokken waren zeik, mijn gewassen onderbroeken droogden niet en the Ring of Steall ging ik echt niet doen na deze brute ervaring van een veel minder intensieve wandeling. Ik bedacht lekker een dagje naar Fort William te gaan, maar aangezien dat een uur lopen is en daar ook de bus naar Inverness ging dacht ik: waarom ga ik niet gewoon terug? Bergwandelen blijkt toch echt veel te heftig met dit weer en de wind zou alleen maar erger worden. Dus pakte ik alles zeiknat in en liep naar Fort William, waar ik een lekker bakkie deed en de bus naar Invo pakte. En jahoor, de zon scheen. Mijn zeiknatte tent droogde heerlijk in de wind en ik kon languit in het gras liggen. Invernessje. I love you.


Plaats een reactie