Categorieën:

Het duurt nog even voordat het nieuwe jaar begint, maar toch denk ik al veel na over mijn plannen voor 2024. Er gaat namelijk een grote verandering plaatsvinden: ik ga stoppen met mijn online baan! Ik werk nu twaalf uur in de week, verspreid over 3 á 4 dagen. Daarvoor moet ik altijd mijn laptop bij me hebben en ben ik afhankelijk van plekken waar wifi is en genoeg stilte om af en toe te kunnen beeldbellen. De tent is daar niet de plek voor, al is het alleen omdat ik geen onbeperkt internet op mijn telefoon heb, haha. Vanaf half januari ga ik al uren minderen en in maart stop ik er definitief mee. WAAAH!

Digital nomad
Zoals je misschien weet werk ik inmiddels twee jaar voor mijn zus. Zij is vroedvrouw en heeft een online kennisbank opgericht met allerlei verloskundige informatie. Ik bouw mee aan de website, doe de klantenservice, de social media, financiën, en allerlei losse klussen. Hiervóór werkte ik als woonbegeleider in de psychiatrie. Dat was ik zó zat – had veel impact op hoe ik me voelde en hoe ik de wereld om me heen zag – dat ik daarmee stopte zonder een alternatief te hebben. Als ik het ergens echt niet naar mijn zin heb, kán ik gewoon niet meer. Een paar weken later werd het platform dat mijn zus oprichtte opeens een groot succes en had ze een helpende hand nodig.

Het is een fantastische functie, want stel je eens voor wat een vrijheid ik heb! Precies de vrijheid die het mogelijk maakte om in een tent te gaan wonen. Naast dat het mijn zus is en ze mijn kwaliteiten en valkuilen kent en daarin veel mee wil denken, hoef ik voor eenzelfde salaris veel minder uren te werken en kan ik zelf bedenken wanneer. Een koude ochtend en écht vuur nodig? Dan een paar uur later beginnen. Dikke menstruatiepijn? Dan ga ik morgen werken in plaats van vandaag. Behoefte aan een nieuwe plek? Ik neem gewoon mijn laptop mee en kan door met werken. Ik denk dat veel mensen jaloers zouden zijn op zoveel vrijheid en ik geniet er ook extreem van.

Nu merk ik dat het online werken toch gaat wringen met mijn tentleven. Ik word erdoor gedwongen toch in zekere mate betrokken te blijven bij ‘de stad’ (mijn metafoor voor het stadse, maatschappelijke leven). Ik moet in caféetjes zitten, daar weer geld uitgeven, dan zie ik weer allemaal mensen om me heen en wil ik weer van alles met mijn leven, kortom: ik word er onrustig van. Ik vind het werken niet erg, het geeft me zelfs een fijn en productief gevoel. Maar het hele leven eromheen botst met mijn dagen in de natuur, en de filosofie erachter. Het dwingt me in de buurt te zijn van openbaar vervoer, faciliteiten, verkeer, en ook van het kantoor dat we sinds kort hebben (want fysiek samenwerken werkt altijd honderd keer beter dan online). En natuurlijk: ik zit achter de computer. Misschien ben ik gevoeliger geworden, maar een paar uur scherm en ik ben kapot. Ik wil het gewoon niet meer.

Piekeren
Een tijdje voelde ik heel sterk: ik wil nog meer back to basics. Ik wil het ultieme natuurleven leiden, uiteindelijk. Ik wil trekken van plek naar plek, elke dag bezig zijn met welke maaltijd ik eet en hoe en waar ik slaap. Ik wil het met minimale middelen kunnen redden en creatieve oplossingen moeten verzinnen voor om in mijn basisbehoeften te voorzien. Uiteindelijk wil ik een simpel leven leiden met alledaags geluk en verbondenheid met de natuur. Ik wil elke dag kunnen genieten van de zon, de wind, de regen, de kou, de hitte, de dieren, de geluiden, de bladeren.

Regentafereeltje

Maar de laatste tijd ga ik daaraan twijfelen. Het voelt als een ver weg verlangen, een wat overgeromantiseerd idee van wat ik wil met mijn leven. Nu ik op een camping sta dichtbij mijn oude leven, dichtbij de stad, dichtbij vrienden en familie, begin ik te denken dat dit leven misschien ook wel fijn is. En ga ik weer piekeren over welke cursussen ik allemaal weer wil doen, hoe ik succesvol kan worden in deze maatschappij, en dat ik toch niet zo’n zin heb om het allemaal zo anders te doen dan de rest. Maar ergens wringt het. Langzaamaan begin ik me te realiseren dat het lastig is om te zien wat je nodig hebt als je middenin het probleem zit.

De omgeving waarin we zitten is van meer invloed op wie we zijn dan we misschien denken. Ik zag laatst een filmpje van Miriam Lancewood waarin ze zei:

They say you are what you eat. But I also want to add: you are what you are surrounded by. And the more time you spend out here in the Himalayas like where I am right now, the more you become like that. You become a particle of that. The purity, the clarity. And even eternity, because these mountains are so old. And consequently, the more time you spend in the city, you become a particle of that. Of that short lasting energy, the frenzy, the pollution, the noise and all that. The question is, is that what you want?

Als ik in de stad ben, wil ik dingen doen, dingen bereiken, dingen consumeren. Als ik in de natuur ben walg ik daarvan en verlang ik naar een meer natuurleven. Maar zodra ik weer in stadse omgeving ben dringt die hectiek en doelgerichtheid zich aan me op en juist doordat ik erin zit, is het moeilijk te beseffen wat er gebeurt.

Koken op vuur

Alles naar de stort
Deze dagen helpen we mijn zus te verhuizen (of eigenlijk, ik pas op de baby en de rest verhuist, ghehe) en vandaag zijn mijn vader, broer en zwager twee keer met een busje vol naar de stort gereden. Een deel van die spullen was ook van mij (ik heb op die plek samen met mijn zus gewoond) en het afgelopen jaar heb ik natuurlijk ook al veel naar de stort gebracht. Eerst toen ik naar de tent verhuisde, en later toen ik al mijn spullen die nog bij mijn ouders en zus lagen naar de opslag verhuisde. Zo – veel – spullen. En tuurlijk, je kunt het niet allemaal bewaren. Maar de vraag die in mij oprijst is dan: waarom kopen we het allemaal? Waarom heb ik in mijn korte leventje al zó belachelijk veel geconsumeerd?

Ik twijfel wel eens aan mijn keuze voor de tent. Zoals de afgelopen weken met heel veel regen, storm en de verleiding van huizen van mijn familie en vrienden in de buurt. Maar zo’n verhuizing zet me weer op scherp. Ik wil loskomen van de norm die we in onze maatschappij hebben gecreëerd. Ik wil bewijzen dat we het niet allemaal nodig hebben. Sterker nog, ik denk dat het goed zou zijn (voor zowel aarde als mentale gezondheid) als we veel meer waarde hechten aan de spullen die we wel hebben. Schaarste helpt daarbij, als je maar een paar spullen hebt en niet de middelen om ze te vervangen, ga je er veel voorzichtiger mee om. En er moeite voor moeten doen helpt ook bij een sterkere relatie met je spullen. Als je iets zelf hebt gemaakt en daar veel tijd en energie in hebt gestoken, is het veel meer waard voor je.

Mandjes vlechten van gedroogd lelieblad

Ik heb één lepel. Eén mes. Eén pan (ik heb er drie in totaal, maar één bij me). Ik heb twee setjes kleren mee. Drie paar oorbellen. Een sportbh die ik al drie keer gerepareerd heb. En ik heb alles wat ik nodig heb om de dag gelukkig door te komen (met natuurlijk wel wat meer spullen dan hier genoemd).

Een volgende stap
Zolang ik veel geld heb, ga ik geen moeite doen om in mijn behoeften te voorzien. Ik koop gesneden groenten in plastic zakjes en nieuwe spullen als ik denk dat het nog beter of mooier kan. De weg van de minste weerstand, daar zijn we als mensen op gebouwd. Maar als ik een laag inkomen heb en veel moeite moet doen voor een beetje geld heb ik dus ook veel tijd heb om spullen zelf te maken of te repareren. Ik zou me sterk en capabel en onafhankelijk voelen. Ik zou in nog meer in het nu leven, me focussen op wat er écht toe doet. En dat niet alleen, ik heb het idee dat ik een levensstijl heb waarmee de aarde in stand gehouden kan worden, ook als iedereen mijn leven zou leiden.

Mijn plan voor volgend jaar is dus om nog een stap verder dit leven in en met de natuur te ontdekken. Hoe, weet ik nog niet. Ik wil het niet meteen weer opvullen met een baan, maar juist het leven ín de natuur meer gaan omarmen en dus ook met minder faciliteiten. Ik wil gaan uitvinden wat ik minimaal nodig heb en nog meer vaardigheden leren om gelukkig te kunnen leven. Dat zal niet meteen in één keer gaan, net zoals ik nu een jaar nodig had voor de stap om op een tent over te gaan. Dat gaat jaren kosten, en in kleine stappen. Dus wellicht ga ik toch weer een baantje oppakken, of wat dan ook. Maar eigenlijk wil ik het liefst iets radicaals doen. Wordt vervolgd dus.

Miriam Lancewood deelt hele mooie inzichten, en ik wil afsluiten met deze quote van haar:

I just woke up after a night sleeping out under the trees without a tent. And it was amazing, I could look for hours and hours into the forest, it was so beautiful. But the moment I’m in a tent or in a building, I feel cut off. But it does give me a sense of security. Illusionary ofcourse, because a bear could come through easily. But what is the price we pay for this “sense of security”? Well, I think we feel cut off from reality, the natural world, and then the mind is bored. And so I think of the past and the future, it’s like a total fantasy. Or I look at a book or at my phone for distraction. The mind needs entertainment. Whereas without security, I am in touch with the here and now.

Kampje

Ontvang een mailtje van me bij een nieuwe blog! 🍂🍃

Voeg je bij 185 andere abonnees

Geef een reactie op Zora Reactie annuleren

Eén reactie op “Werkloos zwerven”

  1. Zora Avatar

    Haha, ik zie Rinke op de foto! ❤

    Like