Categorieën:

Had ik de eerste week in Schotland nog geen spatje gezien, waarschuwde mijn Warmshowersgezin al dat het de tweede week ontzettend nat zou worden. ‘Heb je wel een plek om te schuilen?’ informeerde de man van het stel bezorgd. Gezien mijn onvermogen (en onwil) in de toekomst te plannen had ik dat nog niet en ik had ook geen zin uit angst voor een beetje water een week stil te zitten onder een dak. Ik zou het allemaal wel zien, dacht ik. Sowieso hoef ik de weersvoorspelling niet echt te weten en lijken mensen die altijd aan me op te willen dringen. Soms raak ik ook in de verleiding te kijken, vooral als alles miserabel is en ik een beetje goede hoop kan gebruiken. Maar van tevoren weten hoe zwaar het gaat worden heeft toch geen nut en als je niet bevooroordeeld bent door een voorspelling is je beleving van het weer vaak ook heel anders. Verwacht je regen, dan focus je je op de regen en lijkt het alleen maar te regenen. Verwacht je niks, dan trek je je regenpak aan als het nat is, droog je je spullen als het droog is, of zoek je onderdak als je tot op het bot verkleumd bent.

Rustig aan

Ik bleef een dag extra in het hostel (zie vorige blog) omdat ik wat tijd moest rekken. Ik kon in twee dagen bij mijn tante en oom zijn, maar ze zouden pas over vier dagen thuis komen van een bezoek aan hun pasgeboren kleinkind in het Zuiden van Engeland. Met de term ‘tante en oom’ zijn ze het zelf niet helemaal eens, maar hoe ik ze dan wel moet noemen weet niemand. Mijn tante is eigenlijk de nicht van mijn moeder. Een soort achtertante dan, en ik haar achternicht. In het Engels zeggen ze ‘second cousin, once removed’. Of misschien dan niet dat second erin, ik weet het niet meer. In ieder geval had ik haar nog nooit ontmoet, maar sinds een paar jaar wisten we wel van elkaars bestaan. Mijn oma (de zus van haar moeder) vertelde me al eens over een familielid dat in Schotland woonde, lange dreadlocks had, en leefde met de natuur. Toen ik dat voor het eerst hoorde dacht ik: wat?! Waarom weet ik dit nu pas? Blijkbaar ben ik niet de enige gekkie in de familie! Toen mijn tante op haar beurt twee jaar geleden Hunted keek met haar man kwam één van de deelnemers haar nogal bekend voor, maar ze wist niet waarvan. Aangezien ik ongeveer een kloon van mijn moeder ben, ontdekte ze later dat dat dus haar achternicht was en legden we contact op Facebook. En nu zouden we elkaar eindelijk ontmoeten!

Van de extra dag in het hostel had ik spijt. Ik voelde me een luxepoes. De nacht ervoor had ik al in een duur hotel geslapen en het grootste deel van de dag in het boekendorp rondgeslenterd en koffie gedronken. Ik hoefde maar dertig kilometer naar het hostel dat ik die ochtend geboekt had, dus echt een uitdagende fietsdag was het ook niet. Het hostel was mooi en het uitzicht vanaf mijn kamer ook, en er was letterlijk niemand. Geen personeel, geen gasten. Mijn sleutel zat in een sleutelkastje en ik had het hele territorium voor mezelf. Heerlijk, maar eigenlijk ook een klein beetje saai. Het miezerde de volgende dag en aangezien ik op de route tot mijn tante zou kamperen en toch tijd teveel had, boekte ik gewoon nog een nachtje. Maar ik had ook zin in actie, in me keihard door de wind en regen ploeteren en het avontuur van het wildkamperen. Hoewel ik echt nog wel genoeg uitdagingen zal hebben de komende maanden, wilde ik het nú. Maargoed, ik had al geboekt en eigenlijk was die regen ook wel intens. Eerst wilde ik nog van alles ondernemen, maar ik gaf me er maar aan over, kocht een diepvriespizza, installeerde me in de luie stoel aan het raam en ging mijn sokken repareren. En muziek luisteren. En schrijven. En eten. En lezen. Eigenlijk was het heerlijk om een beetje aan te keutelen en lag ik ’s avonds alsnog tevreden in mijn bedje.

Into the wild

Gelukkig gunde het universum mij de uitdaging van fietsen in de regen, en ging ik in mijn volledige niet-zo-waterproof uitrusting op pad de volgende dag. De route die ik deed was een soort extra ommetje die vandaag weer zou eindigen in het stadje waar ik een paar dagen geleden begon. Het lelijke stadje, die met dat dichte jeugdhostel. Ik dacht dat ik daar pas na de middag aan zou komen (je weet nooit hoe steil de heuvels op de route zullen zijn), maar ik was al tegen twaalven compleet doorweekt bij de Aldi gearriveerd. Eindelijk weer even fatsoenlijk boodschappen doen en wraps inslaan, die ze om de één of andere reden niet bij de kleine dorpswinkeltjes lijken te verkopen. Wat een onzin, wat moet een mens zonder wraps?!? Bij de campingwinkel haalde ik nog een extra gasje, want in stadjes zou ik de komende tijd op de route niet komen. Voor de zekerheid heb ik daarom ook een spiritusbrandertje mee, dat is klein en licht en brandt op allerlei soorten alcohol die gemakkelijker verkrijgbaar zijn dan de butaan/propaan gasblikjes. Alleen alcohol brandt langzamer en veel minder efficiënt, prima als back-up optie dus. Inmiddels was de regen ook wat weggetrokken (zie je, het valt altijd wel weer mee, dacht ik toen nog) en kon mijn klim naar het Noorden beginnen. Boven het stadje begon namelijk een groot natuurgebied met bos en ik had me al helemaal verheugd op wildkamperen aan een groot meer.

Ook voor dit park had men (ook wel: man, altijd weer pessimistische – of jaloerse? – mannen die geen vertrouwen hebben in mijn kunnen) mij gewaarschuwd. Hoe steil het wel niet zou zijn, ‘nou succes met al die bepakking daar’, je kunt beter een andere route nemen, etc. Ik was dus nogal bang geworden voor dat park en diens hoogtemeters, maargoed, mijn motto is dan ook: ik kan altijd lopen, als ik maar vooruit kom. Al moet ik elke vijf meter uithijgen. Natuurlijk viel het allemaal wel weer mee, het was best pittig maar niet ondoenlijk. Het bleef wel een beetje miezeren en tegen het eind van de middag kwam ik bij de afslag naar het meer. Een doodlopende weg die eindigde in een parkeerplaats, vanwaar er op de kaart wandelpaadjes te zien waren naar dat meer. Geen topdrukte dus, verwachtte ik, en dat leek me perfect om te overnachten.

‘Geen topdrukte’ bleek een understatement want er stonden maar twee auto’s op de parkeerplaats. Sowieso was ik dolgelukkig want het was zo fijn eindelijk weer in het bos te zijn na al die open heuvels! Een bos zonder dorpjes en mensen en fabrieken. Met mijn fiets aan de hand liep ik over het wandelpad, wat steeds onbegaanbaarder werd. De rivier kolkte en stroomde keihard, de paadjes bijna overstromend. Ik zette mijn fiets neer om maar te voet verder te verkennen en kwam na me door bosjes heen te ploeteren een prachtig vlak stukje grond tegen, vlak boven het meer. Aan het meer was ook een vlak stukje, maar dat lag aan het pad en vond ik spannend met eventuele waterstijgingen. Nee, dit plekje was perfect. Hoewel het echt een beetje tegen mijn gevoel indruiste, zette ik gewoon om vier uur ’s middags mijn tentje al op. Wildkamperen mag gewoon in Schotland, ik ben niets illegaals aan het doen! Raar gevoel, maar oh zo fijn.

Ik werd water (Arabische manier om te zeggen dat je doorweekt was, love it)

Ik sliep als een roosje terwijl de regen de hele nacht tekeer ging op mijn tent. Toen ik ’s ochtends de moed had verzameld de nattigheid in te gaan, rende ik naar mijn fiets om eten te pakken en mijn behoeftes te doen in de bosjes verderop. Terug in de tent nam ik alle regen mee naar binnen en kon ik een chagerijnige bui niet onderdrukken. ‘Wat een gezeik, deze regen, ik kan niet eens normaal naar buiten! Mijn regenpak is nog nat van gister, nu is de tent van binnen ook nat, ik ben er klaar mee!’. Ik begon een beetje te begrijpen waar die host me voor had gewaarschuwd toen hij vroeg of ik wel een schuilplek had voor deze natte week. Een dag in de regen fietsen is tot daar aan toe, maar opstaan terwijl alles wéér en nog steeds nat is, is echt verrot! Eerst maar eens koffie, dacht ik, en dat hielp al een hoop. Ik had geen idee of het de hele dag zou regenen, maar ik had ook geen haast besefte ik me. Ik had een hele voorraad aan eten, regen en stromende beekjes als watervoorziening, en ik hoefde alleen maar even zuinig met de batterij van mijn telefoon te doen.

En regenen bleef het, dus las ik de hele ochtend en middag mijn boek terwijl ik theetjes dronk en chips at. En eigenlijk was het heerlijk om de hele dag warm in mijn slaapzak te liggen en te lezen, met het tikkende geluid van regen op mijn tentdoek. Om vier uur was het even droog en rekte en strekte ik me buiten onder het gezang van alle vogeltjes. Een wandeling zou me goed doen, bedacht ik me, en de uren daarna regende ik alsnog zeiknat, waadde ik op bevroren blote voeten door diepe plassen en ging het harder regenen dan het de hele dag nog gedaan had. Maar ik was tevreden. Ik zou terugkeren naar een droge tent en het landschap was prachtig. ’s Avonds stak ik een waxinelichtje aan en las ik verder in mijn boek en voelde me een onwijs gelukkig mens. Midden in het bos, aan een vredig meer, zonder ook maar een mens om me heen. De hele dag buiten, maar toch ook binnen. Fantastisch.

De volgende dag moest en wilde ik er toch weer aan geloven. Dit keer had ik tóch stiekem de weersvoorspelling gecheckt en die zei voornamelijk wolkjes (30% kans op regen noem ik droog). Dus ik lekker mijn wollen broek aan en fleecevest, regenpak had ik geen zin in. Met een natte tent achterop gebonden begon ik nu aan de échte hoogtemeters. Zelfs mijn routeboekje zei het: ‘3 kilometer steile klim’. En het ging toch weer miezeren, maar dat waren die 30% druppels, die zouden zo wel weer wegtrekken, vond ik. Inmiddels was van binnen alles ook nat van het zweet en bleef het maar regenen, maar met het vooruitzicht straks in een huis te zijn liet ik mijn regenpak in de tas. Helemaal doorweekt met een zware wollen broek die alle regen had geabsorbeerd en natte schoenen die nog natter waren dan gister bereikte ik de top. Wat een uitzicht! Om me heen rotsige heuvels en watervallen gehuld in mist, wauw. Ik zou volgens het boekje nu ook 3 kilometer naar beneden sjezen, maar dat was minder leuk dan het klonk. Het was zó koud met alles doorweekt en de heftige wind dat ik hele harde liederen ging schreeuwen om het aan te kunnen:

WAARHEEN LEIDT DE REIS OH ZONEN VAN HET NOORDEN – WESTWAARTS OVER WOESTE ZEE OP WEG NAAR NIEUWE OORDEN

WAT ZOEKT GIJ OVER WOESTE ZEE ZO VER VAN UWER LAND – WIJ ZOEKEN NAAR DE NIEUWE GROND GELEID DOOR GODENHAND

YNWAZ ZONEN VAART UIT NAAR DE HORIZON – VER VAN ONS HUIS OP ZOEK NAAR NIEUWE GROND

Goeie tip als je pijn hebt, keihard zingen of schreeuwen, het werkt!

Een tante uit Schotland

Vroeg in de middag klonk het belletje toen ik de deur van het café open duwde. Als een druipend katje keek ik rond in het kleine, hippe koffiezaakje waar de verse scones en appeltaart op de toonbank prijkten. ‘She arrived!’ zei de man die erachter stond en die ik herkende als mijn oom. Hij bracht me naar het huis ernaast waar mijn tante me warm verwelkomde terwijl hij weer terugkeerde naar de gasten die koffie wilden. Wat volgde was een lange, warme douche, een kop dampende kruidenthee met beschuit met muisjes, en urenlang ouwehoeren op de bank. Mijn tante is een fantastische vrouw met een intrigerend leven en ik vind mezelf best een beetje op haar lijken. Met haar gezin heeft ze in Alaska, Noorwegen en Schotland gewoond en gewerkt voor een Christelijke zendingsorganisatie.

In hun geloof laten ze zich inspireren door Keltische tradities die afgestemd zijn op het ritme van de natuur. Zo bidden ze niet op de standaard manier voor het eten, maar lezen ze ’s ochtends een vers uit ‘Celtic wheel of the year’ en rinkelen ze een belletje om even een momentje stilte voor jezelf te nemen. Ze hebben ook een prachtig gedicht uitgezocht die ze samen oplezen voor het diner. Mijn tante maakt ook veel kunst die op natuur geïnspireerd is en organiseert op zondagen een zogenaamde ‘forest church’, waar ze met een groep mensen naar buiten gaat en verbinding met de natuur aanmoedigt. Sinds vijf jaar wonen ze in dit dorp, waar ze met de huur van het huis ook een theehuis ter overname zouden hebben. Dat leek ze wel een leuke uitdaging, en na een complete renovatie zijn ze nu de trekpleister van het dorp. Wat heerlijk om zo spontaan in het leven te staan, gewoon aan te pakken wat zich aandient en nieuwe avonturen aan te gaan!

De timing van mijn bezoek was nogal absurd. Twee dagen voor mijn aankomst hoorde ik dat het niet goed ging met mijn oma en de tweede dag bij mijn tante overleed mijn oma dan ook. Het was heel fijn om met mijn tante over familie te kunnen praten en mijn oma te herinneren, die weer haar tante was. Bovendien woont ze redelijk dichtbij Glasgow en zou ik heen en weer kunnen naar Nederland terwijl mijn fiets bij hun kon blijven. Het bezoek duurde dan ook langer dan gepland – afgestemd op een gunstige vlucht naar NL – en na vijf nachten bracht mijn oom me naar het treinstation. De afgelopen dagen waren gevuld met heel veel lezen, wandelen en fietsen in de prachtige heuvelachtige omgeving, kletsen met mijn oom en tante, en verwend worden met verse eitjes, zelfgemaakte kefir, bakjes koffie, heerlijk avondeten en een warm bedje. De vier katten en het konijn in huis maakten het geheel allemaal nog kneuteriger en ik voelde me erg thuis. Een bijzonder gevoel om bij mensen die je nog nooit hebt ontmoet zo welkom te zijn en je zo op je gemak te voelen! Tijdens de stiltemomentjes voor het eten besefte ik me steeds weer wat een bijzondere situatie het was en voelde ik me enorm dankbaar.

Ik stond ook nog een middagje in het café, waar ik koffie bracht naar de gasten en taartjes op bordjes schepte. Ik vond het heerlijk om gewoon het ‘dagelijkse leven’ te leiden zo te midden van mijn reis, maar ook lekker om weer in de horeca te staan. Misschien ga ik deze zomer wel op zoek naar een leuk koffietentje in Ierland, ofzo, om te werken!

Even heen en weer

Alle spullen zitten weer droog in de fietstassen, op mijn natte leren schoenen na die nooit lijken te drogen en naaktslakken aantrekken (ik heb er al een geplet terwijl ik mijn schoen aantrok en nu zit er een glibberplek op mijn sok die er nooit meer af wil), en ik zit op de zolderkamer van mijn ouders alsof ik er nooit weggeweest ben. Het voelt gek om na twee weken alweer terug in Nederland te zijn, alsof alles weer van vooraf aan begint. Ik was zó blij toen mijn reis eindelijk begon, even helemaal los van thuis, een nieuwe start! Dus hoewel het fijn is om wat dagen met familie door te brengen en bij de begrafenis te kunnen zijn, zal het een opluchting zijn als ik volgende week weer op de fiets zit.

Ik ben absoluut geen voorstander van vliegen, dus het voelt ook gek voor zo’n korte tijd heen en weer te gaan. Uiteindelijk won deze optie het over trein, bus en/of boot vanwege financiële en tijdsefficiënte redenen. Ik weet niet of ik daarmee de goede keuze heb gemaakt, en had liever de keuze niet hoeven maken. Tegelijkertijd ben ik ook dankbaar dat de mogelijkheid er is.

Afin, wordt vervolgd!

Xx ❤️

Ontvang een mailtje van me bij een nieuwe blog! 🍂🍃

Voeg je bij 185 andere abonnees

Geef een reactie op Pelgrim Zora Reactie annuleren

3 reacties op “Even met het vliegtuig”

  1. Pelgrim Zora Avatar

    ‘Tegelijkertijd ben ik ook dankbaar dat de mogelijkheid er is.’ Wie ben je dan dankbaar? KLM? 😉

    Love alle foto’s, geven zo’n goede sfeerimpressie!

    (Ik las automatisch: smient wilde eend en krakeend wintertaaaaaaling)

    Like

    1. Simone van Dijk Avatar

      De aarde voor het dragen van mijn last 😉

      Like

  2. Marleen Avatar
    Marleen

    Oooh ik hou zo van jouw blogs!

    En heerlijk hoe jij dan op jouw ‘tante’ lijkt. Vind zo’n koffiezaakje dan ook helemaal kloppen. Love it!

    Like