Via het platform Wwoof kun je in ruil voor kost en inwoning een tijdje op biologische boerderijen werken. Tweeënhalve week verblijf ik op een smallholding: een niet-winstgevende boerderij waar de eigenaren een groot bosgebied onderhouden (uit liefde voor de natuur) en hun eigen groenten verbouwen. De eerste week waren er nog twee stelletjes: het vogelaarstel sliep in een houten hut aan zee en het vegan stel in hun busje. Na vijf nachten kwam er ook nog een Franse vrouw bij, waarmee ik de laatste zeven dagen alleen in het huis doorbreng omdat de eigenaren op vakantie zijn en de andere stelletjes ook zijn vertrokken.

Slapen
De eerste vijf nachten sliep ik bij de hosts in huis. Een heerlijk bedje en prachtige kamer, maar ook continu in hun space. Het zijn fantastische en relaxte mensen, maar toch ken ik ze nog nauwelijks en ben ik daarom continu bezig met hoe me te gedragen. Op de vijfde dag kwam ook een Franse vrouw van 24 waarmee ik de kamer deelde. Onwijs gezellig, lekker vanuit bed kletsen over Outlander en het leven, maar na twee nachten dacht ik ook: het zou lekker zijn om ’s ochtends en ’s avonds even tot mezelf te kunnen komen. Dus pakte ik mijn tentje en zette die op in het bos!
De hosts hebben een bosgebied aan de kust van 40 hectare gekocht om te beschermen, met ook een stuk grasland aan zee waar ze een grote moestuin hebben. Omdat voor dat land een bouwvergunning moeilijk te krijgen zou zijn kochten ze een plekje in de buurt waar ze een mooi duurzaam huis op bouwden (passive house, noemen ze het, houdt zichzelf goed warm). Naar het stukje land fietsen vanaf hun huis is een kwartiertje en vanaf daar moet je steil omhoog klimmen, dwars door bosjes en over rotsblokken en door modderbeekjes, om in hun bosgebied te komen. Het is omheind met een stevig hek vanwege de hoge hertenpopulatie die alles anders kaalvreet, maar er zitten kleine kattenluikjes in om de dassen door te laten. Midden tussen de lage, met korstmos begroeide berken (teken van schone lucht), zette ik mijn tentje op. Echt een kampje ging ik er niet bouwen, alles een kwartier naar boven sjouwen zag ik echt niet zitten! Maar als slaapplek was het heerlijk, eten en leven zou ik gewoon bij de rest doen.
’s Nachts hoorde ik de bosuilen bij m’n tent en binnen werd ik vergezeld door spinnen, teekjes, en muggen. Lekker slapen op de aarde op mijn matje die ik inmiddels gerepareerd had was heerlijk. Maar ik sliep ook laat in, omdat ik na een drukke dag steeds pas laat bij de tent aankwam. En de ochtenden ging ik meteen naar beneden om daar naar de wc te kunnen en mijn ontbijtje te kunnen eten. Het slapen in de tent in combinatie met een volle dag was best intens, dus na een kleine week vond ik het wel weer goed. De hosts gingen een week op vakantie dus in het huis zou ook meer bewegingsvrijheid zijn, en ik pakte mijn spullen weer in en dook in het heerlijke bedje.


Het werk
Elke dag ziet er weer anders uit. Soms vertrekken we pas om tien uur naar de moestuin om daar planten te verplaatsen van de plek waar ze ongewenst zijn naar de plek waar ze bruikbaar zijn. Zuring bijvoorbeeld, schijnt goed te zijn voor de fertiliteit van de grond. Ik haalde ze weg uit een aardappelveld om ze in een nieuw stuk grond te kunnen planten, ter voorbereiding van wat daar over een tijd gezaaid wordt. Soms doen we keihard fysiek werk zoals pitrus verwijderen uit een bodem vol met dikke keien, of de invasieve rododendrons met wortel en al uitzagen. Ook de overal in Schotland aanwezige droge bracken (van de adelaarsvarenfamilie) wordt op veel plekken met kruiwagens afgevoerd en hergebruikt als mulch (bodembedekker rondom gewassen zodat er geen andere plantjes kunnen groeien), in het composttoilet, of als brandstof voor de kelly kettle waar we ons middagtheetje mee zetten. Op een regendag blijven we binnen en bakken brood, schilderen naambordjes voor de fruitbomen, verwerken de zeewieren, koken de avondmaaltijd, of doen kleine klusjes in de andere moestuin die bij het huis is gelegen. Sommige dagen werken we keihard, en andere dagen kijken we als Wwoofers elkaar aan van: verdienen we dat verse brood en warme bedje vandaag wel?
De hosts lijken zich daar niet echt druk om te maken. Ze zijn niet echt bezig met een goede opbrengst, maar vooral met het samenleven en zorgen voor de natuur. Elk boompje wordt gespaard, ontspruitende ratelpopulieren worden uit de grond van de buren geschept om te herplanten omdat ze anders slachtoffer van de vele schapen worden. De ene hulst tussen de rododendrons wordt voorzichtig gespaard en omringd met bladeren en takken zodat er geen concurrent kan groeien. Een miniberkje tussen de pitrus wordt uitgegraven en verderop geplaatst. Van een omgevallen wilg worden takken afgezaagd en ik was een hele ochtend bezig die takken in hun tuin te herplanten. Op een kwartier rijden en vervolgens een half uur lopen groeit ergens in de natuur de invasieve ‘skunk cabbage’ die we met z’n allen hebben staan omhakken. Liefde voor de natuur en zorg voor het land – niet alleen hun eigen – is hier de drijfveer. In twee dichtbijgelegen stadjes zetten ze zich ook nog in voor de community garden, alsof ze nog niet genoeg tuinierden. Ze zijn allebei in de zeventig, gok ik, en staan nog middenin het leven. Prachtig.



Community
Ik was vooraf aan deze reis een beetje bang om te gaan Wwoofen. Ik ben een heel sociaal mens, maar ik ben ergens ook bang voor groepen mensen. Ik heb vooroordelen over hippies of mensen in het biologische/zelfvoorzienende wereldje. Maar ik ben zo blij dat ik het gedaan heb. Het is heerlijk om onder de mensen zijn, en niet zomaar mensen, maar gelijkgestemden! De hele dag kan ik de hostess platbombarderen met vragen over plantjes en de host over vogels. Tijdens het werken in de moestuin loeren we door de verrekijker naar de zeearenden (!) verderop of proeven we het verschil tussen schapenzuring en veldzuring. Iedereen geniet van de wildpluksalade die ik voor de lunch heb gemaakt en van elk persoon leer ik weer wat anders. Het vogelaarstel hangt elke nacht twee wildcamera’s op waarvan we de beelden ’s ochtends met smart bekijken. Het campervan stelletje weet alles over veganistisch koken en maakt tempeh en kombucha, maar de man van het stel heeft me ook precies laten zien hoe ik de derailleur van mijn fiets afstel en we kletsen urenlang over welke tent handig is op een fietstocht (mijn lievelingsgesprekken). En de Franse meid is fantastisch. We zijn op zaterdag 15 km heen en 15 terug naar het dichtstbijzijnde stadje gefietst en hebben niet normaal veel chocola gekocht omdat we daar de hele week al zin in hadden. In stilte lezen we allebei een boek ’s avonds, maar tijdens het eten kletsen we honderduit over de natuur, feminisme, het boerenleven, mannen, of wat dan ook. Ze leert mij wat Frans bij en ik haar wat Engels en we lachen om het feit dat we idealen hebben van een zelfvoorzienend leven en een wereld zonder plastic afval en met veel natuur, maar tegelijkertijd zoveel chocoladebiscuitjes eten dat we ’s avonds kotsmisselijk in bed liggen. Ik hou van mensen die zichzelf niet al te serieus nemen, haha.
Iedereen hier is een fijn mens. Geïnteresseerd, authentiek en inspirerend. De sfeer aan tafel is heel veilig, niemand overheerst, iedereen is respectvol naar elkaar. De host is een geweldig positieve man waarvan de tranen soms over mijn wangen lopen van het lachen om hem. Bij het kleinste kevertje roept hij het al uit van enthousiasme: ‘marvellous!’ ‘just brilliant!’ ‘amazing!’, maar dat doet hij ook als je het kleinste, meest niet-boeiende klusje hebt gedaan. Ik geniet volop, én ik heb straks ook weer heel veel zin te gaan fietsen en mijn eigen dagen weer in te richten!
Ik moest wel even wennen aan onder de mensen zijn, de eerste week was dan ook echt intensief. Het is een continu aftasten: hoe veilig ben ik hier? Hoeveel ruimte kan/mag ik innemen? Wat wordt er van me verwacht? Ik kan het soms ook moeilijk vinden als mensen heel leuk zijn, alsof hun leukheid de mijne bedreigt (iets waar ik aan werk, haha). Maar juist door het aan te gaan kan ik er ook weer wat mee, kan ik mezelf ontwikkelen op sociaal vlak. En daar ben ik heel blij mee.

Zeewier rapen
We zitten hier aan de kust van een zogenaamd ‘loch’. Een soort binnenzee van de Ierse Zee. Het water is schoon en rustig, een ideale plek voor wieren. Met hoge regenlaarzen waden we door het water, waar in de ondiepe lagen vooral de zogenaamde ‘wrecks’ groeien: de wieren met blaasjes. Niet giftig, maar ook niet echt lekker eetbaar zoals ik begreep. In diepere lagen groeit zeesla, en ziet er inderdaad uit als sla. Na een heftige storm in het weekend was veel zeesla uit diepere lagen weggerukt en in de ondiepere lagen tussen de wrecks blijven dobberen. Ik kon een absurde hoeveelheid rapen. ‘Zeewier hoef je niet te plukken, dat doet de zee voor je’ las ik eerder al in een boek. Ook het suikerwier dat op diepere lagen groeit lag her en der te dobberen. De grote langwerpige gekrulde bladeren viste ik op uit de zee. Twee zou genoeg zijn om de voorraad weer bij te vullen. Na het te drogen op een wasrek kun je deze in kleine reepjes scheuren en er bouillon van trekken. Je kunt er ook wat van bijdoen als je gedroogde bonen weekt of kookt, dat versnelt het proces. Of gewoon lekker als extra groente door een curry. Na een tijdje meekoken worden ze wat zachter. De zeesla droog je nog even in de oven op 95 graden en is dan een heerlijk zoute snack of garnering. Ik ga hopelijk nog heel veel wier rapen op mijn tocht, en niet in de handige regenlaarzen die ik niet mee heb, maar dan gewoon op blote voeten 😄



Zelf bakken
Een paar keer per week bakken we granola, dagelijks bakken we brood, we maken zelf humus, tempeh en kombucha. Er wordt cake en taart gebakken dus aan toetjes geen tekort. Het enige dat misschien ontbreekt zijn verse eitjes en elke dag een geit melken 😄 Het is heerlijk om vanuit zoveel droge voorraden je dagelijkse benodigdheden te kunnen maken, aangevuld met wildpluk, groenten uit de tuin, en groenten uit de supermarkt. Voor het brood hebben ze een zogenaamd moederdeeg, waar ze dan twee soorten meel bij gooien (hoeveelheid op gevoel), wat olijfolie, zonnebloem- en pompoenpitten, water, en een lepeltje suiker. Dat wordt gekneed (met een kneedmachine, dat is voor dagelijks maken wel fijn) en voor 24 uur weggezet om te rijzen, vervolgens opnieuw gekneed en weer 12 uur weggezet. Daarna wordt het weer in een ingevet cakeblik gegoten en wordt er een grote schep achtergehouden: daarvan wordt weer het volgende brood gemaakt! In de oven voor 20/30 minuten en een heerlijk vers brood staat op tafel.
Ik begon me af te vragen of ik dit ‘zelf maken’ ook wat meer op de fiets toe zou kunnen passen. Het zou betekenen dat ik meer grootvoorraden kan kopen en minder vaak boodschappen hoeft te doen. Ik zou minder plastic verbruiken en veel minder toegevoegde meuk binnenkrijgen (die ik dan weer ruim zou aanvullen met chocola, haha). Het is iets wat ik sowieso graag deze reis wilde ontdekken: hoe kan het leven op de fiets nog zelfvoorzienender en dichterbij de natuur? Ik heb natuurlijk veel lichtgewicht spul en vanwege het rondreizen kies ik vaak voor gemak in plaats van voor duurzaam in alle opzichten. Met de man van het vegan stel bedacht ik dat ik prima kleine wraps, of eigenlijk chapatis zou kunnen bakken op de fiets. Die avond maakte hij een curry zodat we de chapatis erbij uit konden proberen. Met mijn kleine campingpannetje ging het best goed! Gewoon meel en water kneden, uitrollen en droog bakken. Een kind kan de was doen. Maar een grotere pan zou wel handiger zijn als ik dit echt als broodvoorziening in wil gaan zetten, en een kom om deeg in te kneden ook. Thuis heb ik nog een handmatige koffiebonenmaler en ook een blender die op de hand werkt. Zoiets zou ook tof zijn als ik gedroogde bonen mee wil nemen en daar humus van wil maken, of wat uitgebreider wil gaan koken. Het voordeel van dit seizoen is dat ik steeds meer wild kan plukken, dat is al een leuke ‘zelfvoorziening’! To be continued 😄


Schone lei
Dit leven met gelijkgestemden en dichtbij de natuur doet me goed. Ik voel steeds meer hoe ik wil leven: vrij, in het moment, buiten, in de natuur, in verbinding met mensen. Dat laatste aspect wil ik naast het alleen fietsen de komende maanden ook echt vaker gaan opzoeken. De drempel voelt een stuk lager, ik voel me zelfs echt gemotiveerd om groepen mensen op te zoeken. Ik kan vaker gaan Wwoofen, of me aansluiten bij klimaatbewegingen waar veel natuurliefhebbers zich lijken te verenigen. Ik ben zo benieuwd waar dat me gaat brengen en voel me super hoopvol voor de toekomst!
Ik zat een video van Julia Butterfly Hill te kijken, een vrouw die in de jaren negentig twee jaar (!) in een tent in een hoge boom woonde om te voorkomen dat deze werd omgehakt. Haar visie op het leven en die ervaring vond ik heel mooi, met daarin ook een stuk benoemend over hoe je sommige dingen los moet laten om dichterbij jezelf te komen. Zij noemde het onthechting, ik weet niet of dat het goede woord is want hechting vind ik ook iets moois. Maar ik besefte me wel dat er dingen zijn die ik los wil en moet laten om het leven te kunnen leiden waar ik me enorm toe getrokken voel. Ik zie mezelf voor me als een dansende, levensenergieke vrouw, springend over stenen in rotsige beekjes, in bomen klimmend, door de modder stampend. Vrij en kinderlijk en blij. En iets wat ik daarvoor los moet en wil laten is het verlangen naar waardering en bevestiging van anderen. Niet per se naasten, maar vooral de Nederlandse maatschappij. Een abstracte term waarmee ik bedoel dat ik de heersende opvattingen over wat een goed leven is (succes, uniek zijn, gelukkig zijn, etc) los wil laten, en vooral het verlangen dat anderen daarin naar mij op kijken of vinden dat ik het goed doe.
Ik deelde tot nu toe dagelijks foto’s van mijn reis op Instagram en had dat ook nodig om die eerste stappen te kunnen zetten. Ik kreeg veel support en waardering, wat een heerlijk gevoel is dat! Het idee niet zichtbaar te zijn jaagt me bijna angst aan: waarvoor doe ik het (ontberingen, deze reis) als er niemand is om me te bevestigen of te waarderen? Vet scheve redenering natuurlijk, want ik zou het voor mezelf moeten doen. En daarom heb ik besloten Instagram te verwijderen. Ik voel nu heel intrinsiek dat ik er vanaf wil, nu ik omgeven ben door échte mensen en echt contact. Ik vind het eng, maar ik denk dat het een stap is die belangrijk voor me is. En zo heb ik ook mijn dreads afgeknipt, voelde ook niet meer passend bij mij. En oh, wat voelt het heerlijk zonder!


Twee maanden geleden voelde ik me nog echt prut. Ik zat stil, in een huis, een online baan, middenin het verstedelijkte Nederland. Niet dat ik jou als lezer aan wil praten dat het niet goed genoeg is, maar mij deed het echt kwaad. Ik wil beweging, ik wil leven om me heen (natuur) en ik wil mensen om me heen die daar ook blij van worden.
Nou goed, dat dus. Het gaat dus goed hier 😂
Bedankt als je tot hier bent gekomen, schrijven vind ik enorm fijn (en voelt minder als Instagram als een delen om waardering, maar meer als een vorm van expressie).
Veel liefs!
X

Geef een reactie op Simone van Dijk Reactie annuleren