Het is zo verleidelijk om te blijven. Om dingen niét te doen. Om het oude te behouden. Het voelt zo comfortabel, en beweging voelt oncomfortabel. Het onbekende, bah, griezelig. En zo sliep ik vijf nachten op de camping bij Tobermory. Niet alleen uit angst hoor, ook gewoon omdat het er ontzettend fijn was. Ik zou er zo weer terug gaan! De Française was twee nachtjes gebleven voor het muziekfestival en we genoten daar volop van. Biertjes in de zon, wandelingen door het bos, koffietjes halen bij ons favoriete tentje. Toen zij weg was genoot ik net zo hard van dat ritme, zelfde koffietentje, op hetzelfde bankje opdrinken met uitzicht over de haven en gekleurde huisjes. Naar een museumpje, her en der wildplukken (altijd). Heerlijk gemoedelijke dagen en ik kon er geen genoeg van krijgen.

Ik zou natuurlijk voor altijd kunnen blijven, maar was dat echt wat ik wilde? Ik bleef maar twijfelen over het vervolg van de route, helemaal naar Noord-Schotland of afbuigen richting Inverness. Het Noorden voelde eng. Leeg, boomloos, mensloos, ver weg, veel heuvels. Ergens wilde ik er wel heen maar zag ik er gewoon erg tegenop, de grootsheid van de afstanden en de onbekendheid van hoe het zou gaan zijn, en dat verlamde me. Maar ik móest weer een keer die drempel over en met een misselijk gevoel en onder live Whatsapp-support van Zora pakte ik op een zonnige ochtend mijn spullen in. Natuurlijk moest ik nog een keer koffie halen bij dat geweldige tentje en een bloemkool-bhaji (soort pasty, echt goddelijk) en zat ik nog een laatste keer in de bloedhete zon in de haven van Tobermory. Pas na het middaguur pakte ik de ferry, terug naar het vasteland. ENG! En ik had nog nooit zo weinig zin gehad.
De eerste heuvels dienden zich gelijk al aan in een soort Texas-achtig gebied. Droge bruine heuvels, megastallen en een brandende zon, maar die heuvels kwam ik eigenlijk best goed op. En dat is het heerlijke van fietsen: die endorfinekick van het bewegen en de adrenalinekick van het keihard de berg afracen. En wat is het, oxytocine misschien, bij het zien van de WAANZINNIGE landschappen. Het blijft te bizar, maar het is gewoon overal mooi hier. Overal!

Zora had al gezegd: ‘als je weer op de fiets zit, vind je het weer top. Mark my words’. En gelijk had ze, naarmate de uren verstreken werd ik gelukkiger. Qua wildpluk had ik wat minder geluk die dag, dus toen ik een tuin zag vol met zevenblad dacht ik dat ik dat vast wel even mocht plukken net buiten het hek. Nieuwsgierig (of verontwaardigd?) kwam toch de eigenaresse naar buiten en vroeg wat ik dan deed met zevenblad en zo stonden we een tijdje te ouwehoeren. Gezellig, volgende keer bel ik wel even aan voordat ik ga plukken, haha!
Er zijn zoveel goede kampeerplekjes in Schotland, dat je echt kieskeurig kunt zijn. Dus reed ik aan heel veel optionele plekjes voorbij, die allemaal net niet aan mijn voorwaardenlijstje voldeden:
-absurd mooi uitzicht
-redelijke afstand tot de weg
-platte grond
-uit de wind
-aan het water (want wassen en zwemmen)
-makkelijk te bereiken met fiets
-een bankje of picknickbank
Eigenlijk vind ik altijd wel weer een goede plek. Soms ben ik bang dat ik aan de beste mogelijkheid van die dag voorbij rijd, maar het wordt altijd beter is gebleken. Die avond zat ik rond het kampvuur met medewerkers van de lokale whiskeydistilleerderij nadat ik een duik had genomen in de ijskoude zee. Een parkeerplaatsje, met prachtig grasveldje, een picknickbank en aan zee. Ik kreeg een koud 0.0 biertje van de vanlifers die er ook stonden (Youtube: Ardview Vanlife) en ’s avonds kwam er nog een snorkelaar langs om scallops te zoeken (soort grote mossels) en bekeek ik hoe hij al zwemmend werd achtervolgd door twee zeehonden.

Wat me de drempel over hielp om weer te gaan fietsen was het plan om naar Inverness af te buigen in plaats van naar het Grote Onbekende Noorden te gaan. Die splitsing zou pas later komen, maar toen ik eenmaal weer op de fiets zat klonken beide opties eigenlijk wel weer goed. De whiskeybrouwers vertelden me rond het kampvuur hoe waanzinnig het in het Noorden zou zijn en toen ik mijn angst uitsprak zei de Zweedse vrouw van het gezelschap: ‘it’s more desolated here than there’. Dus toen ik de volgende – wederom zonnige – dag weer heerlijk blij op mijn fietsje zat twijfelde ik geen seconde bij de splitsing. Noch noorderwind, noch steile heuvels, noch midges, noch mijn angstige stemmetje konden me tegenhouden. HIGHLANDS HERE I COME! Heb wel even een hoofdnetje aangeschaft want de midges (kleine terrormugjes) beginnen al te komen.

Die dag had ik de smaak sowieso goed te pakken en ik knalde zo zestig kilometers heuvel op en af, in de warme zon. Bij elke volgende klim in de verte zei ik tegen niemand in het bijzonder: ‘nee, ik vertik het! Mij krijg je die berg niet op!’. Maar toch deed ik het (beetje Toon Tellegen gevoel bij). Bergen lijken sowieso van een afstandje altijd heftiger dan tijdens de klim zelf. Uit de verte zie je alleen hoeveel hoogtemeters het zijn, zonder de afstand te zien. Soms lijkt een berg ziek heftig, maar heb ik ter plekke niet eens door dat ik stijg. Een beetje metaforisch voor deze week: als je alleen naar het geheel/eindpunt kijkt kan het zwaarder lijken dan het daadwerkelijk is.
Misschien was ik wel ietwat overmoedig, want mijn knie begon een beetje pijn te doen. Dus ik beloofde mezelf de heftige heuvels iets vaker lopend te doen in plaats van mijn lichaam naar de gedver te helpen. Ik denk steeds weer als ik fiets: ‘Poi, fietsen is LEVEN’ en dus hoop ik het nog heeeeel lang en vaak te kunnen doen.
Nu wacht ik op de ferry naar Skye. Waar iedereen lyrisch over doet dus het zal wel mooi zijn. Ik had geen zin in toerisme, maar het toerisme is Schotland is leuk. Allemaal backpackers, hikers, vanlifers, natuurliefhebbers. ZIN IN!

Xx!

Plaats een reactie