Categorieën:

Eindelijk regent het en ik voel me weer helemaal mezelf. Ik en regen gaan perfect samen, dus ik heb mijn regenpak aangetrokken en ben door het mistige landschap van de camping naar de dichtstbijzijnde pub gelopen. Ik verheugde me al een week op een whiskey, mede veroorzaakt door het boek dat ik lees en waarin het op elke bladzijde wordt gedronken. Maar met een bloedhete zon en een droge bek drink ik toch liever een cola’tje, dus vandaag was eindelijk de perfecte gelegenheid voor een womibo (woensdagmiddagborrel)!

Maar heel eerlijk had ik gister in een verlaten vallei tussen de bergen al twee shotglazen whiskey achterover gegooid met een dikke Schotse man zonder voortanden. Ik was na vijf nachten camping en heel veel eten eindelijk weer opgeladen en stond te popelen te gaan en nieuwe avonturen te beleven. Ik had enorm genoten van de kalmte van de camping en had zelfs nog in de prachtige blauwe zee gezwommen. Toen ik op het strand zat zag ik een zeehond precies op de plek waar ik zojuist vloekend van de kou in de golven was gedoken, hoe prachtig!

De ochtend van vertrek brandde de zon weer flink en op dit stukje verlaten aarde staan geen bomen, dus moet je maar gewoon accepteren dat je koppijn krijgt en ofwel verbrandt ofwel de hele dag loopt te zweten in lange mouwen. Ik koos voor optie drie, eindelijk eens zonnebrand aanschaffen en maar gewoon eens accepteren dat poepiebruin worden ook best leuk is. Ik had na mijn breakdown bovendien drie dagen achter elkaar zo’n 30 pond aan eten uitgegeven om eens goed bij te tanken, maar ik mocht van mezelf niet meer op de cijfertjes letten. Daar geef je nu dus eenmaal geld aan uit als je fietst, net als aan een camping af en toe (en oja, whiskey dus)!

Heerlijk op mijn gemakje fietste ik weer door het rotsachtige moeras, de warme zoete geur van heide die door de zeebries werd meegenomen opsnuivend (heerlijkste geur ooit). Altijd als ik mensen uit hun auto zie stappen op een mooi uitzichtpunt denk ik zelfingenomen hoeveel zij missen vanuit de auto. Niet alleen kleine details zoals het tikkende geluid van de roodborsttapuit of het klateren van een onopvallend beekje, maar vooral die continue heerlijk geur van heide en gaspeldoorn (gaspeldoorn moet iedere blog minstens één keer genoemd worden, haha)!

Afgedaald tot een prachtig loch keek ik zo een waanzinnige vallei omgeven door hoge rotspieken in. Vanaf een klein parkeerplaatsje liep een karrenspoor de vallei in, en in een split second moest ik beslissen of ik daar iets mee wilde of niet. Het was pas twee uur in de middag dus mijn eerste neiging was van niet, maar anderszijds was ik ook erg onder de indruk van het landschap. Terwijl ik doorfietste had ik al spijt, maar ik had ook geen zin om terug te keren. De hoofdweg vervolgde om het loch heen en vervolgens steeg hij weer landinwaarts. Toen ik de weg naar boven voor me zag liggen had ik er helemaal geen zin in – met deze hitte wilde ik eigenlijk gewoon lekker bij het water blijven! Ik keek om me heen en zag eigenlijk best een prima plek om wild te kamperen. Stiekem keek ik op de kaart toch even naar dat karrenspoor drie kilometer terug en zag dat hij eindigde in een bothy, een ‘wildernishut’. Deze staan op verschillende plekken in de wildernis van Schotland en je mag daar gewoon in slapen, een vuurtje stoken, je matje op de grond uitrollen.

‘Wow, cool!’, dacht ik. Een bothy is meestal niet bereikbaar met de fiets maar deze dus wellicht wel. Een uitgelezen kans om dat eens te proberen. Ik besloot dus tóch om te keren en duwde mijn fiets vanaf de parkeerplaats het pad vol keien op. Best te doen, maar na een paar kilometer werd het steeds drassiger en duwde ik mijn fiets door sloten en modder. In de verte zag ik de bothy al liggen, maar ik kon echt niet meer verder met de fiets. Dus ik pakte een fles water en ging te voet verder, hoewel het nog nét geen zwemmen te noemen was 😉

Dichterbij moest ik met zogenaamde stepstones een rivier oversteken en toen viel het me op dat er rook uit de schoorsteen kwam. Hm, shit. Ik pakte een grote steen uit de rivier en stopte hem in mijn zak. You never know. Ik liep om het huisje heen en riep ‘Joehoe!. Op dat moment kwam een wat oudere, mollige man naar buiten met een rokende pan. Wat hij ook aan het bakken was, het was verbrand. Ik probeerde de situatie in te schatten: was hij alleen? Kon ik naar binnen? Het was een beetje chaotisch, want tegelijkertijd sprong zijn zwarte border collie tegen me op. Ik vroeg of ik even naar binnen mocht en terwijl hij buiten nog met z’n pan stond te prutsen inventariseerde ik de plek. Een knusse stenen hut met houten vloer, twee dikke stronken hout vlamden in de open haard. In een apart kamertje lag zijn matje en slaapzak, in de woonkamer stond allerlei camping gear. Ach, een hiker. Die zijn altijd wel te vertrouwen 😉

Ik liep weer naar buiten en we praatten wat, hij met zijn overduidelijk Schotse accent. Hij hield afstand en was vriendelijk, ik voelde me meteen op mijn gemak. Geen man om bang voor te zijn! Eigenlijk zijn de meeste Schotse mannen zeer respectvol naar me geweest moet ik zeggen, maar mannen in de natuur zijn vaak ook weer van een heel ander kaliber dan mannen in de stad. Hij sliep hier een paar nachten en ging de bergen in met zijn hond en vanavond ging hij zich helemaal klem zuipen, zei hij. Ik moest lachen, hoezo dat nou weer? “Just because I can”, antwoordde hij. Oké, goed punt, maar wat hij dan ging drinken? Oh, en welke whiskey dan? Nou, hij pakte de fles erbij en schonk gelijk maar in. Daar stond ik dan, met een wildvreemde Schot whiskey te atten in de wilde Hooglanden. Hij schonk nog een keer bij en met een licht hoofd nam ik wat later afscheid. Ik ging verderop een plekje voor mijn tent zoeken, de nacht doorbrengen bij een bezopen ouwe vent zag ik niet zo zitten.

Goed, en zo had ik maar 20 kilometer gefietst die dag, wat prima is. Het mag wat meer zwerven zijn, met juist leuke plekjes in de natuur ontdekken en random mensen ontmoeten. Maar ook vanwege de hitte was ik al vroeg moe, dus het was ook prima. Vervolgens lag ik om 18:00 al in de tent omdat de midges, de minimugjes die hier in de zomer een plaag vormen, me al lastigvielen. In de tent was het stik benauwd en na een paar uur boek lezen was ik dat ook wel zat. Oftewel: ik verveelde me kapot.

En dat was reden om te besluiten om de komende dagen weer lekker naar het Zuiden te fietsen. De camping waar ik vandaag mijn tent heb opgezet bevindt zich weer op zo’n keuzepunt en ik kan ook door naar de Orkneys (eilandengroep ten Noorden van Schotland). Maar hoewel het hier allemaal erg mooi is, gebeurt er ook niet zoveel. Ik heb zin in wat meer reuring en meer mensen om me heen, en kijk uit naar een paar dagen in Inverness verblijven. En, hallo, ik ben echt zwaar verliefd op Schotland dus er komen echt nog wel honderd meer kansen om de plekken die ik nu niet bezoek alsnog te bezoeken.

Vandaag fietste ik een tijdje met een man op en hij vertelde me over zijn zoon die super gefocust is op carrière maken maar tegelijkertijd eigenlijk ook erg depressief is. Maar hij had er zelf ook last van: jarenlang keihard gewerkt, maar waarom eigenlijk? Nu stond hij op het punt zijn bedrijf te verkopen met ook angst voor geen inkomen meer hebben. Volgens mij was het nogal een rijke vent, des te interessanter dit gesprek te voeren. Het sterkte me in mijn keuze, want afgelopen avond (toen ik me zo verveelde) twijfelde ik of ik niet gewoon ook carrière moest gaan maken en iets ‘doen’ met mijn leven. Die eeuwige onrust. Alleen soms vergeet ik dat ik er doodongelukkig van word. Het is goed om soms weer even te voelen waarom ik dit doe.

Zulke fietsers ontmoeten helpt ook in wat relaxter zijn naar mezelf. Alle mensen die ik ontmoet doen vaak een trip van één tot drie weken, boeken al hun campings, eten elke avond in een restaurant. En ik vind dat zulke gezellige vibes hebben! Vanuit mijn klimaatdepressieve benadering en het idee van geld moeten besparen is de knop weer om naar GENIETEN. Boeie dat geld eindig is, zie ik dan wel weer. Daarom streek ik vandaag maar weer neer op een camping, gewoon zin in! Heerlijk lang gedoucht en mijn tentje naast een picknicktafel, het zijn de kleine dingetjes waar ik erg blij van word.

Net een vegan curry op in de pub, en aan mijn tweede whiskey. Binnenkort wil ik ook een distilleerderij bezoeken, ik vind whiskey erg lekker en ben benieuwd naar het hele maakproces. Mijn lievelings tot nu toe is Laphroaig, die een sterke rooksmaak heeft, van het eiland Islay (uitspreken: ayla, ik ben er niet geweest). Straks probeer ik Glenfairn, de lievelings van de barvrouw. Dusseh, vanavond ben ík waarschijnlijk degene die stomdronken word, haha. Just because I can.

Kus!

Ontvang een mailtje van me bij een nieuwe blog! 🍂🍃

Voeg je bij 185 andere abonnees

Geef een reactie op Simone van Dijk Reactie annuleren

2 reacties op “Whiskey dude zonder tanden”

  1. Annette Avatar
    Annette

    Heerlijke blog siep, wat kun jij prachtig schrijven!!!

    xx Annette

    Like

    1. Simone van Dijk Avatar