Na een hele fijne twee weken met moeders was ik weer in m’n uppie in de stad. Ik had een fijn hotelkamertje, sliep in het zachte bedje lekker lang uit en keek rare Britse tv-programma’s met een kopje thee erbij. Voor mijn verjaardag kocht ik bij de kringloop een donkergroene velvet jurk waarin ik naar de pride parade ging en ’s avonds chique uit eten. Ik proostte op mezelf met een glas champagne en las in het boek ‘Into the Wild’, wat ik eerder nooit durfde vanwege de trieste afloop van het verhaal. Ik verhuisde weer naar de camping in de stad en sprak af met een leuk man die ik hier een paar weken eerder had ontmoet. Hoewel ik de alcohol sinds mijn verjaardag probeer te laten staan ging ik wel nog voor een tour in een whiskey destilleerderij en deed een mini proeverijtje. Daarná alcoholvrij dan maar 😉

Fijne weken, maar mentaal balanceerde ik ook steeds tussen ups en downs. Ik genoot enorm van de stad en begon te verlangen naar een vast plekje voor mezelf in een Nederlandse stad van waaruit ik avonturen kan beleven. Ik verlangde naar thuis, maar realiseerde me dat ik dat niet echt heb en daarmee groeide mijn verlangen naar een vaste plek nog meer. Ik had veel slapeloze nachten en vrat mezelf compleet op daarover, en was nog steeds heel gevoelig voor vet eten en bracht sommige avonden door met dikke buikkramp. Het was zo fijn in Inverness, met alle mooie natuurgebieden van Schotland binnen handbereik, maar ik was er ook te lang. Ik stond teveel stil, miste het fietsen, raakte overprikkeld van alle geluiden en mensen.
De reden dat ik zo lang bleef was dat ik een afspraak had om in mooie community gardens te werken op twee dagen fietsen van Inverness. Een week later zou ik dan doorfietsen naar Aberdeen om aan een klimaatkamp mee te doen. Ik moest dus bewust stilstaan, wachten tot ik weg kon, en juist dat lange stilstaan deed mijn motivatie voor die twee afspraken afnemen – ik zou dan immers wéér onderbroken worden van het fietsen. De dag dacht ik eindelijk kon vertrekken, vandaag, zonder tijdens het fietsen teveel te moeten wachten besloot ik: ik wil nu gewoon echt weer fietsen. Het is genoeg geweest, ik vind het niet leuk meer hier. En dus stuurde ik de gardens een berichtje dat ik tóch niet kwam – sorry! – en liet ik me door die leuke man informeren over routes die ik vanaf hier kan nemen. Het wordt de oostkust, een weer heel ander stuk van Schotland langs de kust en door niet al te heuvelige gebieden.

Maar voordat ik vertrek fixte ik net nog even alle uitgestelde zaken – een nieuwe beker, die had ik verloren in een café. Nieuwe remblokjes, die piepten enorm en ik rem nogal veel in dit land. Goeie oordoppen, niet die gratis exemplaren die ik uit Tivoli had meegenomen deze winter, maar van die vetbolletjes die zich naar je oren vormen. Een paar kant en klare maaltijden, zodat ik niet hoef te koken op mijn eerste fietsdag die waarschijnlijk pas om 17:00 uur begint (lol). En een kop koffie, waarmee mijn humeur en motivatie aanzienlijk toenam. Afscheid nemen van die leuke man – jammer, maar we waren allebei ook tevreden met de leuke tijd (waarin we onder andere kampeerden op het strand en in wetsuit een riviertje tegen de stroom op beklommen – gorge walking).
Mijn telefoon is nauwelijks opgeladen en mijn powerbank ook niet en de lucht is dreigend grijs. De eerste heuvels zullen pittig zijn en mijn tassen zijn zwaar. Ik ben moe, had gister weer buikpijn en kan nu eigenlijk alleen maar lichte dingen eten. Maar ik wil gewoon gaan. En ik ga ook. Want fietsen is leven.
En als ik het dan toch zat wordt de komende weken, houdt niets me tegen naar mijn trouwe landje terug te keren.
X


Plaats een reactie