Wat zie je voor je als je het woord ‘ecovillage’ hoort? Een bij elkaar geraapte bende van stacaravans en pipowagens, omgeven door torenhoog onkruid? Of een veld vol yurts waar iedereen op blote voeten loopt en moeder aarde aanbidt? Misschien een poepsjieke wijk met duurzaamheidsgoeroe’s die spirituele verlichting zoeken? Om eerlijk te zijn: dit ecovillage heeft een beetje van alles. Maar het valt beslist niet tegen.
In het Noordoosten van Schotland, op een half uurtje van Inverness, zit Findhorn Ecovillage. Een bekend dorp hier in de regio, met meerdere straten van prachtige houten huizen, stacaravans, en ander soort bouwsels. Het bestaat uit verschillende wijken met hun eigen karakter, een soort mini communities binnen het dorp. Er is een centrale hal met een leuk café, er is een grote biologische winkel en er is een camping. Elke ochtend kun je deelnemen aan de meditatie en daarna de zangcirkel (Taizé), je kunt vrijwilligerswerk doen in het bosgebied, en je kunt tegen betaling een duik nemen in de hot tub. Er zijn retraites, rondleidingen en muzikale bijeenkomsten, kortom: je hoeft je niet te vervelen.
Laatste maand
Over een maand gaat de boot naar Nederland en ik voelde me wel een beetje uitgefietst. Het leek me fijn de laatste weken rondom Inverness te verblijven, zodat ik tijd door kan brengen met Ted, een leuke Schot waar ik niet vanaf kom 😬 Het idee was om vanuit de stad steeds wat leuke tripjes te doen in plaats van echt verder te trekken. Maar de inspiratie was al snel op. Ik deed een toffe hike van vijf dagen (zie vorige blog), maar dat was al op het randje van het midge-seizoen. Om 19u zat ik opgesloten in de tent en pauzeren kon ook niet echt zonder belaagd en gestoken te worden door deze minimugjes. Hoe zou ik mezelf de komende zes weken moeten vermaken zonder het doel van fietsen of hiken?!
Ted had in ieder geval een goed idee: hij wist een leuke bothy in the middle of nowhere die niet bekend was bij het grote publiek. We reden twee uur met de auto (heel normaal hier in Schotland, waarom doe ik dat niet vaker in NL, even naar Duitsland voor het weekend?!) en hiketen door een moerassig gebied. Helaas: er kwam rook uit de schoorsteen. Een viertal dertigers zat lekker te eten en leek niet blij met onze komst. Normaal is de bothycultuur dat je lekker plek maakt voor elkaar, dat je de bothy deelt hoort er nou eenmaal bij. Maar deze mensen deden een beetje kortaf en hun benauwde mopshondje stikte zowat ’s nachts. Dat zou komen doordat wij de kachel te hoog hadden opgestookt, het leek ons eerder dat zij niet zo’n achterlijk doorgefokt beest hadden moeten kopen (zeiden we niet hardop). Anyway, het hondje was wel erg lief en kwam bij mij op schoot.

’s Avonds ging ik lekker in het raamkozijn zitten en rook een aangebrande geur. Wat vaag, niemand was aan het koken? Voor ik het wist zag ik een vlam in mijn ooghoek: mijn broek stond in brand! Ik was blijkbaar in een kaars gaan zitten! Geen ernstige brandwond en ergens was ik blij, ik ben gek op kleding repareren en daarmee oefenen 😂 En ik ben heel trots op het resultaat dus die deel ik even met jullie:

Na terugkomst besloot ik een paar nachtjes in de eco-village te overnachten. Er zijn daar allerlei grappige activiteiten, maar ik kon online niet heel veel goeie informatie vinden. En met mijn zeeën van tijd kon ik net zo goed een paar nachtjes in het hostel verblijven! Ik was blij dat ik dat had geboekt in plaats van de camping, want die lag pal aan de weg en het tentveldje stond helemaal volgeboekt. Nee, ik zat in een prachtig huisje met maar één andere gast. Met Jenny, een Amerikaanse vrouw op reis voor spirituele verdieping, deelde ik de keuken en de woonkamer. We hadden allebei onze eigen slaapkamer en badkamer. Luxe! Het was er doodstil en de veranda met picknickbank was omgeven door groen. De verse pruimen hingen aan de boom, de zon scheen, de koelkast zat vol met mijn bio boodschappen, kortom: het leven was goed!
Jenny was een schat, maar ik vibete niet helemaal met haar spirituele verhalen. Ze had het over mensen met hoge frequenties en hoe alles een nieuw begin kan zijn (ze was haar ring kwijtgeraakt) en een paar dagen later zou ze naar Engeland vliegen om een energetische plek te bezoeken. Ik vond het tof wat ze deed, ze was in de zeventig en stond heel bewust in het leven. Maar ik voelde ook een soort afstand van de ‘echte’ wereld bijna. Niet alleen bij haar, maar in de hele community. Deze afgezonderde plek voelde zo paradijselijk, zo stil en perfect. Maar ook zo afgezonderd. Aan de andere kant, doet niet iedereen dat een beetje? Een eigen veilige haven creëren weg van het leed? Anyway, ik vond haar lief, maar op één lijn zaten we niet.

Jenny ging elke ochtend mediteren om 6:30 en daarna naar de zangcirkel. Ik maakte van de gelegenheid van de enige zangcirkel om 9:30 gebruik op zondag, de tweede dag van mijn bezoek. In een openlucht theatertje zongen we meerstemmige taizéliederen, zo heerlijk! Daarna mocht iedereen bidden, hardop of in zichzelf, en kwamen heilige figuren, engelen en Palestina voorbij. Ik werd een beetje ongemakkelijk, verder weg van Palestina kon ik me niet voelen. En hardop bidden is ook niet aan mij besteed, daar ben ik echt te nuchter voor! Maar het was ook wel weer vermakelijk en ik was weer blij dat ik goeie verhalen voor m’n vriendinnen zou hebben, lekker klagen over mensen. Maar mediteren en zingen om 6:30, mij niet gezien!
Sokken in sandalen
Het heerlijke aan zo’n plek is dat ik me wel lekker mezelf voel. Sokken in sandalen kan me niks schelen, terwijl ik me in de stad dan toch wel zou schamen. Bh-loos met bungelende tieten onder mijn t-shirt, ongewassen haar, of de hele dag luieren, dit voelde wel als de plek waar je LeKkEr MaG vOeLeN wAaR jE zIn iN hEbt. Ik liep rondjes over het terrein, zwom in de prachtige zee op een warme dag, kookte lekker uitgebreid voor mezelf en keek Netflix op de bank. Op de laatste dag deed ik nog vrijwilligerswerk in het bosgebied: gaspeldoorn wegknippen in de brandende zon. Ik sprak leuke mensen, waaronder een Nederlandse vrouw uit Amersfoort die hier al twintig jaar woonde en een Australische man die zijn Schotse roots kwam onderzoeken. Hij woonde in de belltent in het bos in ruil voor vijf ochtenden datzelfde vrijwilligerswerk per week, awesome!
Maar tóch.. hoe heerlijk de plek ook was, dit is niks voor mij. Bij het vrijwilligerswerk begonnen we de dag met een cirkel, hand in hand, en zonden we onze liefde naar het land. De leider vertelde over zijn initiatiesessies bij de First Nations in Midden-Amerika en over de symboliek van het gaspeldoorn knippen. En ik kon er gewoon niks mee. Ik heb een tijdje ook veel gemediteerd, sjamanistische dingen onderzocht, vrouwencirkels geleid. Maar ik hou toch gewoon lekker van met beide voeten op de grond staan. Ik voel me verbonden met de natuur door er gewoon in te zijn, erin te leven. Ik oefen mijn bewustzijn door trager te leven, meer buiten te zijn, mijn zintuigen te gebruiken. Ik voel connectie door mijn voorouders door over ze te leren. Maar ik voel op dit moment in mijn leven weinig behoefte dat heel spiritueel aan te pakken door mijn vorige levens te analyseren of de goden van het land te eren met een drum. Wie weet, ooit weer.

Nog vijf weken
De laatste dag verveelde ik me eigenlijk te pletter. Ik zat de hele dag binnen en vond het zó moeilijk om iets te ondernemen. Ik voelde weer helemaal die vibe die ik had voordat ik in een tent ging wonen: het continue gevecht met mezelf van naar buiten willen gaan maar het binnen zo comfortabel vinden. Het was wel goed dat weer even te voelen, want ik verlangde de laatste tijd wat meer naar een huis. Maar nu weet ik weer dat afwisseling belangrijk voor mij is. Het was ook weer een goeie oefening in het niets doen minder veroordelen. Boeie, dan doe ik toch niks productiefs?! Maarja, iets leuks en uitdagends doen is ook gewoon goed voor je.
Terug in Inverness bleef de verveelde chagerijnigheid een beetje hangen. Ik vond de stad irritant en miste een doel. Elke dag weer bedenken wat je gaat doen voelt na een tijdje nogal nutteloos, ook al doe je het met iemand aan je zijde. Ik werd er geen leuker persoon van en dacht: IK MOET WEG. Gelukkig had ik een hele leuke cursus geboekt bij een mandenmakerij waar ik ook mijn tentje op mocht zetten. Vanuit die plek schrijf ik nu en het is hier fantastisch! Ze doen alles met wol en plantvezels wat je maar kan bedenken en ze hebben een grote tuin met wilgenplantage, moestuin en verfplanttuin. Er staan pipowagentjes en er is een boerderijwinkel. Ik mag de keuken en douche gebruiken en zat gister de hele avond lang te kletsen met de Lets/Schotse Indra, wat was dat heerlijk! Zij en een andere gast, Martin, wonen hier tijdelijk in respectievelijk een caravan en busje en maken manden voor de winkel en werken in de moestuin. Echt een geniale plek om ooit wat langer te verblijven, dus ik maak er nu in ieder geval een lang weekend van. Vandaag deed ik een cursus coilen, morgen random weave. Zoek maar op, als je wilt weten wat het is 🙂 (de plek: Naturally Useful in Rafford, ten Oosten van Inverness).
En straks weer naar Inverness, misschien nog naar Skye, en een brute bergtocht doen van vier dagen met Ted. Zo kom ik de tijd wel door, hoop ik. Inmiddels begin ik in ieder geval te verlangen naar werken, best goed om dat eens te voelen haha 😉 Xx!!


Geef een reactie op Simone van Dijk Reactie annuleren