Toen ik in de tent ging wonen, kon er maar weinig mee en was het belangrijk dat mijn kleding functioneel was. In de winter moest ik warm blijven en was omkleden een crime, dus had ik vaak zelfs dag en nacht hetzelfde aan – op een schone onderbroek iedere dag na. Ik droeg veel wol dat nauwelijks gaat stinken en snel droogt en hing dat af en toe uit in de kou. Ik zal vast wel wat naar zweet hebben geroken, maar in de winter wordt je nauwelijks vies en voelde ik me prima in mijn outfit. Hoewel ik wel de afwisseling van leuke kleren miste, hoorde mijn setje kleren echt bij mij.
Het was prijzig geweest: over de jaren aangeschaft een gewoven broek van wol van €160, een merino thermosetje van €90, en leren barefoot schoenen van €180. Ik droeg een dik fleecevest dat ik ooit als vrijwilliger had gekregen en daaronder een trui van alpacawol die ik al jaren meenam op vakantie. Dat was zo’n beetje mijn outfit. Ik zwoor bij die items en omdat ik ze intensief gebruikte sleten ze snel. Ik wilde er daarom goed voor zorgen en ze onderhouden.
Via Pinterest ontdekte ik toen de schoonheid van visible mending. Het is een manier van je kleding repareren zodat iedereen kan zien dat het gerepareerd is. Daarmee wordt het niet alleen toegankelijker om het zelf te doen (het mag er amateuristisch uitzien), maar draag je ook een statement uit: hier worden dingen gedragen tot ze echt niet meer kunnen. Een statement tegen de fast fashion industrie. En het ziet er ook gewoon vrolijk uit, vind ik persoonlijk, een beetje een Pippi Langkous-vibe.

Repareren uit armoe
Mijn vader stuurde een foto door van een museumstuk uit Workum: een 133-keer-verstelde onderbroek van een arme vrouw. Eerst met dezelfde kleur als de originele stof, maar, zo bleek uit een interview met een schilder die het kledingstuk had geschilderd, nadat haar man overleed met welke kleur dan ook voorhanden was. Niemand zou haar er toch meer in zien, moet ze gedacht hebben. Meuke Albertje, zo heette de eigenaresse van de onderbroek, was de voorloper van de visible mending beweging! En met haar waarschijnlijk iedereen die zeer op de centen moest letten.

Steeds weer nieuwe kleren
Inmiddels is het juist onder de welvarenden populair om duurzaam te leven. Niet per se om de centen, maar vooral om het klimaat en misschien ook omdat mensen verlangen naar meer eenvoud. Ook ethiek rondom kledingproductie speelt een grote rol: we kunnen niet meer negeren dat er veel mensen, vaak te jong ook, lijden onder ons consumentisme. Tweedehands kopen is een oplossing, maar ook dat voedt het continue verlangen naar meer en nieuwe spullen. We willen elke dag weer een ander setje kleren aan, naar elk feestje een nieuwe jurk, er leuk en origineel uitzien.
Steeds maar weer nieuwe kleding kopen als iets ook maar een beetje kapot is, is niet alleen schadelijk voor de aarde maar misschien ook wel onrespectvol voor mensen die niet eens de basisfaciliteiten kunnen betalen. Stel dat we allemaal wat minder ‘extra’ zouden kopen en dat geld met anderen zouden delen? Het is mijn theorie voor een sterkere community. Maar we willen graag quick fix en je kleding (laten) repareren kost tijd en moeite. Bestellen is sneller, en hoe duur is een nieuw paar sokken nou?

Breien bij de openhaard
In die zin is voor een duurzamer leven ook een trager leven nodig. Kwaliteit in plaats van kwantiteit. De tijd nemen voor de afwas, voor fietsen naar werk, voor vuur stoken, en voor je kleding repareren. Misschien lijkt rust kunnen inbouwen in je leven een privilege, maar het is vaak ook een keuze. Wél een keuze die voor de een veel makkelijker is om te maken dan voor de ander (aanbeveling: het boek Rest is Resistance van Tricia Hersey waarin ze ook de rol van racisme in kiezen voor rust toelicht).
Ik zie ze vaak voorbij komen: plaatjes van eekhoorns die breien bij de openhaard, egels die hun kinderen voorlezen bij kaarslicht, of een muisje met een slaapmuts die een boek leest in bed met de slogan ‘Stop glamorizing the grind and start glamorizing whatever this is’ (the grind = een leven met hard en veel werken en productief/succesvol zijn). Trager leven is de ultieme kneuterige herfstvibe en daarom past visible mending daar ook zo goed bij. Ben je al bekend met handwerken? Top, dan pak je het waarschijnlijk snel op. Heb je nog nooit naald en draad in je handen gehad? Ook dan kun je het gemakkelijk leren.

En hé, je mag echt wel eens wat nieuws kopen. Ik ben hier niet om je een schuldgevoel aan te praten. We leven in een wereld die draait om geld vermeerderen en het is onmogelijk om daar als individu aan te ontsnappen. En soms wil je gewoon even tijd besparen, handige spullen, of er leuk uitzien. Dat is oké, je hoeft de wereld niet te redden in je eentje. Maar als je een kleine stap wilt zetten en je wordt er blij van, lees dan verder.
Visible mending: de basis
Het basisprincipe van visible mending is dat je je kleding wilt maken en dat het gezien mag worden. Verder zijn er eigenlijk geen regels en dat is het lekkere. Doe gewoon maar wat – tenzij het kledingstuk heel veel waarde voor je heeft. Maak rare knoopjes en naai honderd keer over dezelfde plek. Dat is waar je begint. En wees trots op je creatie, hoe lelijk ook.
Benodigdheden
- Een dikke stopnaald (ik vind met een scherpe punt fijner dan een botte)
- Gewone naaldjes voor het naaiwerk
- Sterk garen, gewoon een klosje. Ik heb standaard crème wit, die gebruik ik voor alles
- Hulpstofjes, bijvoorbeeld gewoon oude kleren waar je in kunt knippen
- Bolletjes wol (hoeft niet per se wol te zijn, mag ook acryl oid)
- Eventueel spelden om een stofje vast te kunnen zetten
Bij de Albert Heijn of Hema verkopen ze reisnaaisetjes. Daarin zit alles wel wat je nodig hebt! Als je echter sokken wil stoppen, heb je een grote dikke naald met een groot oog nodig en een bolletje wol. Vast ook te koop bij Hema.
Sokken stoppen
De belangrijkste wat mij betreft is sokken stoppen. We weten allemaal dat onze oma’s het massaal deden, maar zelf hebben we geen flauw idee meer hoe het moet. Het is echt niet zo moeilijk! Je hoeft niet te kunnen breien, dat dacht ik altijd.
Het principe is zo: je weeft eigenlijk een stukje stof op de plek van het gat. Weven betekent eerst verticaal draad (de dikte van waarmee je sok gemaakt is, maar afwijkend kan ook) aanbrengen, en dan horizontaal over en onder dat draad bewegen. Je kunt de stof strak houden door er een sinaasappel of ander hard rond voorwerp onder aan te brengen en daaronder je sok (of kledingstuk) strak vast te trekken met een haarelastiek. Zorg dat je ook ruim rondom het gat door de stof van je sok naait zodat je garen stevig aan je sok vast zit.



Begin ook eerst met even een rondje op en neer naaien rondom het gat, zodat je garen verschillende richtingen op wijst en er er niet uit gaat als je een beetje trekt.
Je maakt geen knoopjes in de uiteinden, dat zit niet lekker onder je voet. In plaats daarvan eindig je met de draad aan de binnenkant van de sok en keer je je sok binnenstebuiten. Dan naai je de uiteinden met je naad in het weefsel dat je gemaakt hebt. Houd dus aan het begin en eind vrij lange stukken over.
Je kunt deze techniek ook goed gebruiken voor rafelige gaatjes in kleding, bijvoorbeeld merino wolletjes of gebreide truien.



Gat naaien met hulpstofje
Om een stofje op een kledingstuk te naaien, over een gat heen, gebruik je een gewone naald en stevig draad. Je naait het stofje gewoon vast, aan de buitenkant of binnenkant van je kledingstuk, wat je mooi vindt. Vouw wel even de randen om van je stofje zodat je geen rafels krijgt.
In naaien heb je verschillende technieken: gewoon op en neer door de stof bewegen (rijgsteek), steeds na een steek terug de stof in steken (stiksteek), of de draad steeds door de lus steken (festonsteek). Die laatste gebruik je alleen aan randen. De rijgsteek vind ik zelf niet fijn omdat als je te hard trek, de stof opkrult. Maar die kan bijvoorbeeld wel voorbovenstaande techniek, als je meerdere richtingen op naait. Ik gebruik vaak ook de stiksteek, die is lekker stevig!
Rijgsteek (bron: hobbygigant.nl/naaisteken)
Stiksteek (bron: hobbygigant.nl/naaisteken)
Festonsteek (bron: hobbygigant.nl/naaisteken)
Je knipt een stukje stof uit een stuk groter dan het gat en naait niet alleen de randen van het stofje vast, maar ook alle plekken waar de stof overlapt met je broek. Voor extra stevigheid doe je dit met een naaimachine, maar dat hoeft helemaal niet! Je kunt alle steken die je wilt gebruiken, in een spiraalvorm naaien of gewoon heen en weer. Leef je uit of zoek leuke plaatjes op Pinterest als voorbeeld.





Klein gaatje dichtborduren
Borduren betekent eigenlijk versieren, en dat kan goed met kleine gaatjes. Borduurgaren is dan wel handig, dit bestaat vaak uit zes strengen. Ik gebruik meestal drie strengen, dus knip een stukje garen af en split dat dan doormidden. Een borduurring is handig, dan houd je de stof strak, maar dit kan bijvoorbeeld ook door je stof om een sinaasappel heen te binden.

Gewoon naaien
En dan soms heb je heel weinig nodig en kun je een gaatje gewoon dichtnaaien met wat garen. Dit is vooral als je kledingstuk ook op een naairand is gescheurd.

That’s it!
En zoek vooral zelf rond op Pinterest of zoekmachines naar ‘visible mending’! Er zijn eindeloos veel leuke opties en inspiratie. Ik ben maar een beginner en het ziet er niet altijd vét mooi uit, maar ik vind het leuk en kneuterig, haha. Laat me weten of je er wat aan had 🙂 Dan ga ik nu weer even mijn 4 sokken stoppen die al een poos liggen te wachten 😉
Heb je nog aanvullingen of tips, hoor ik die ook graag!
Liefs!
Geef een reactie op marjanbeugelaar Reactie annuleren