Categorieën:

Een dikke blaar onder mijn voet en mijn knie zeurt bij elke draai. Ik voel me misselijk en wil eigenlijk mijn bedje niet uit, we kunnen eindelijk eens lummelen in bed en rustig aan doen na bijna een week elke dag de wekker om zes uur, en ik geniet er nog even van. Maar Zora is al aan het rommelen aan de picknicktafel en de geluiden van gasbrandertje en lepel in een kopje lokken me. Tijd voor koffie!

We wandelen nu bijna een week in Engeland op de Pennine Way. Deze begint ter hoogte van Manchester in het Peak District en loopt dan recht omhoog tot de grens met Schotland. Pennines zijn bergen – wij noemen ze heuvelbergen want “het zijn niet de Pyreneeën”, of “het is hier geen Italië”. Toch, als wandelaars met zware rugzakken voelen het als bergen, met als toppunt de laatste klim gister. Drie kilometer lang stijl omhoog nadat we er al 25 kilometer op hadden zitten. Wij zijn juist meer van het kaliber ‘zwerven’ dan van keihard kilometers afklappen, maar gister maakten we een uitzondering. Het was de vierde wandeldag en we wilden op die leuke camping aankomen zodat we daar een rustdag konden houden, dus daar hadden we een langere wandeldag wel voor over. Maargoed, het was een beetje té. Blaren, kapotte knieën, schurende dijen, verbrande koppen. WeEr VaN gELeErD.

Blij dat het niet regent

Het weer is fantastisch en dat maakt deze tocht verder wel ultiem zwerver. Het is echt weer een nieuw level nadat we in 2022 samen een stukje van de Roots wandeling door Nederland deden, later de Dutch Mountain Trail in Limburg en twee jaar geleden een maand in Wales wandelden. Meestal staan we namelijk gewoon op campings en zijn we verzekerd van water, elektriciteit en een mooi plat tentplekje. Maar nu was wel duidelijk dat we vanaf de start ruim 60 kilometer geen camping tegen zouden komen. We hebben allebei wel wildgekampeerd, maar toch voelde het weer spannend. Zouden we genoeg water tegenkomen met deze droogte? En vonden we wel een geschikte plek? Maar de zon maakte alles makkelijker. Je kunt gewoon buiten zijn, languit liggend op een sprietje gras kauwen en wachten tot het donker wordt voor je je tent opzet. Ook al was de route tot nu toe één en al moeras, er was altijd wel weer een plat veldje te vinden speciaal voor ons.

De eerste wandeldag zonk de moed ons alleen al in de schoenen. We hadden een dag uitstel gehad omdat Zora’s matje lek bleek en we met de trein naar een outdoor winkel moesten voor een reparatiesetje. Toen we eenmaal vertrokken vanaf de drukke camping op het startpunt was het ijskoud en winderig en veel te vroeg voor ons. Maarja, je gaat gewoon maar, want wat anders? Het was een gezellige boel op de trail, met dagjeswandelaars en de Zuid-Amerikaanse George die we de rest van de dag regelmatig tegen zouden komen. Hij deed ook de Pennine Way, opnieuw, na een afgebroken poging vorig jaar vanwege een te zware rugzak. Later vertelde een vrouw ons een vergelijkbaar verhaal en wij vroegen ons af: was de rugzak te zwaar of wilden ze te snel? Wij worden juist blij van onze gezellige spulletjes en proberen gewoon wat langzamer te gaan zodat die zware tas minder een obstakel is. Maargoed, we moeten ook maar uitvinden hoe dat gaat werken, en ook al hebben we vier weken is de kans nog groot dat we de trail niet afmaken (het boekje splitst hem op in 20 pittige dagen). We kwamen ook nog een man tegen die vol trots vertelde hem in tien dagen te hebben gedaan, maar daar waren we niet zo van onder de indruk. Opzich kan ik de charme van zo’n sportieve uitdaging wel inzien, maar het lijkt me ook een beetje zonde. Hoeveel zie je dan van het landschap? Maargoed, als je hier woont ken je dat wellicht al goed genoeg.

De wind bleef aanhouden en de route leidde ons naar de toppen van de heuvelbergen. Niet alleen moesten we onze balans vinden op de rotsblokken, onze zware tassen zeurden ook aan onze schouders en door de wind van opzij moesten we ons steeds schrap zetten niet om te vallen. We dachten etappe 1 wel te halen, 28 kilometer naar een camping (die later dicht bleek), maar na 18 kilometer was ik echt helemaal op. Het uitzicht was mooi, maar ook eentonig. Heide, droog gras, rotsblokken en heel veel niets. Geen enkele boom. Alleen maar kale vlakte en keiharde wind. We konden het nog even niet zo waarderen en misten het hobbitniveau. Zou de hele tocht zo zijn, vier weken lang? We fantaseerden al over andere tochten die we dan zouden kunnen doen, maar concludeerden ook dat we het wellicht nog een paar dagen de kans moesten geven. In de berm van een N-weg (het enige plekje uit de wind) aten we onze lunch en besloten dat we misschien maar moesten wildkamperen. Ook wel goed, we werden er eindelijk toe gedwongen. Als een camping een optie is kiezen we toch steeds daarvoor, maar nu hadden we geen keus.

Gelukkig was het gebied na de N-weg wat charmanter. De wind was iets rustiger nu het einde van de middag naderde en er was meer reliëf in het landschap. We kwamen langs een helder stromend beekje en zeiden beiden meteen: hier gaan we kamperen. Beetje uit de wind, vers water bij de hand en met de zon kunnen we hier gewoon lekker chillen tot het schemert en we de tent op kunnen zetten. We waren zo blij! Eindelijk die tassen af en bijkomen. Het leek ons wel slim iets van het pad af te kamperen want wildkamperen is illegaal in Engeland, hoewel wel gedoogd langs zulke trails.  De enige platte plek was wel een stukje boven de beek en wat meer in de wind, maar die leek niet zo sterk meer. Little did we know.

Nachtelijke verhuizing

Om half 12 lag ik ijskoud in mijn tent die keihard heen en weer klapperde. Zora stond in het donker haar scheerlijnen strakker te zetten en schreeuwde door het lawaai heen: “BEN JE NOG WAKKER?”. Hoewel ik een dikke slaapzak heb waaide de koude wind er recht doorheen dus ja, ik was nog wakker. Wat een klotewind! We hadden die middag beneden bij de beek op een windstil plekje naast het pad gelegen en fantaseerden daar nu over. “WIL JE VERPLAATSEN?” schreeuwde ik terug. Even waren we stil. Tuurlijk wilden we verplaatsen, dit was echt niet te doen. Maar de tent was ondanks de wind zeiknat van de condens in deze vriesnacht en alles inpakken in deze kou klonk ook niet echt verleidelijk. We besloten het te doen.

Ik moest bij het inpakken bijna huilen van de pijn van mijn natte, bevroren vingers, maar toen mijn tent stond naast het pad, met nul wind, wisten we dat het de beste beslissing was die we ooit hebben gemaakt. We vielen in een diepe slaap die pas onderbroken werd van de wekker om zes uur. Want ja, we stonden naast het pad, dus vroeg inpakken geblazen. We zagen de uren daarna echter geen levende ziel, dus hadden best wat langer kunnen blijven liggen 😉 Na een bakkie koffie in onze donsjassen – godzijdank hadden we die mee – liepen we door een prachtig landschap. Nog steeds kaal en open, maar met mooie uitzichten en dieper liggende paden. We genoten van het zonnetje en daalden af naar het eindpunt van etappe 1. De camping bleek dus dicht en de winkel waar we op hadden gerekend ook. Maar eigenlijk hadden we nog best veel eten, dus gingen deze zwervers gewoon door en besloten nog een keer te wildkamperen! Juist nu was er alleen geen plek te vinden, dus moesten we doorlopen tot half acht, maar hadden we wel een fijn plekje. Een ijskoude nacht volgde, onze tenten waren zelfs wit van het ijs ’s ochtends. Poi! Doen we toch maar even!

Goed eten houdt het moraal hoog

De afgelopen maanden heb ik veel met Ted gekampeerd die ook niet zoveel geeft om een zware rugzak, en juist wel om goede voeding. Ik vind eten altijd een dingetje op trektochten. Je wilt dat het licht is, maar ook voedzaam, niet te duur en makkelijk te bereiden zodat je gas bespaart. Vaak komt het neer op wraps met kaas en komkommer en van alles erop, wat op den duur mijn keel uitkomt vanwege de eentonigheid. Ted kookt linzen, stoofpotjes, aardappelpuree (van poeder) en ik was geïnspireerd. Nog nooit nam ik ui en knoflook mee en Zora zout, maar dit keer geloofden we eraan en we hadden geen spijt! Zora’s aanwezigheid motiveert me ook om na een vermoeiende dag het toch nog op te brengen te koken en zo eten we elke avond een warme, gezonde, en lekkere maaltijd. Zo goed voor het moraal en voor onze lijven natuurlijk! Ontbijt en lunch komt vaak neer op wat random snacks zoals kaas, snoep, gedroogde worst en oatcakes. Zo sjouwen we vanwege het gebrek aan winkels op de trail best veel eten mee, maar we vinden het niet overdreven.

Toch was nu na drie dagen geen boodschappen ons eten wel een beetje op, dus weken we van de route af naar een schattig dorpje. In de Coop stouwden we onze tassen weer vol met eten en streken toen neer in een hippie café om onze telefoons op te laden en een bakkie te drinken. We ontspanden helemaal terwijl we daar zaten en merkten al: shit, dit was niet handig. We kakten in. Ik kreeg een beetje keelpijn, Zora slappe spieren en toen we weer op pad gingen moest de motivatie echt uit onze ténen komen. De zon scheen fel in onze gezichten en de klimmetjes waren weer fors – dit ging hem niet worden. We waren misselijk en moe. Gelukkig zegenden de goden ons met een windstil plekje, hoewel in best een ‘druk’ gebied. Maar het boeide ons niet meer en zetten in de schemer de tent vlak naast het pad op. Dutch women do as they wish.

Doorbeukdag voor de zwevers

Die nacht hadden we het gewoon heet. Uit voorzorg hadden we extra kleren aangedaan en ik had weer een kruik gemaakt van mijn drinkfles. Maar we stonden beschut en ons hoekje hield – denken we – wat warmte vast. Toch zagen onze tenten ’s ochtends weer wit. We sjouwden ze naar de top van de heuvel om te drogen in de zon en namen weer uitgebreid de tijd voor ons ochtendritueel. Vandaag zou pittig worden, bijna 30 kilometer tot de camping, maar dat konden we wel. Maar eerder weggaan ho maar, want er moet koffie gedronken worden en we moeten weer ouwehoeren over dezelfde dingen waar we elke dag over ouwehoeren en een beetje chillen in de zon en loeren naar honden en hun baasjes. Opschieten doen we niet aan, want, vertellen we elkaar steeds weer: dit is wel ons leven. Dus moeten we het onszelf maar gemakkelijk maken.

Hoewel de route plat was, duurde hij maar en duurde hij maar. We waren het halverwege al zat, maar hadden ook niet genoeg water om wild te kamperen. Als ik er geen zin in had nam Zora het voortouw, en als Zora en klaar mee was sleepte ik ons voort. We hadden weer zon en liepen langs waterresevoirs, wat een beetje een industrieel gevoel gaf. Nog steeds was het landschap vooral open ‘moors’, een soort moeras meets heide meets grasland. Er zitten fazanten, grutto’s, veldleeuweriken en andere bruine vogeltjes die voor ons beginnende vogelaars frustratie opwekken (“is het nou een graspieper of een leeuwerik?!”), maar bos is er niet. Ja, wel beneden in de vallei. Toen we daar aankwamen was het niet ver meer, maar toen kwam die lange klim van vier kilometer. En toen kwamen we aan op die superleuke camping, helemaal kapot.

Maar de camping was niet superleuk. Het was naast de weg, het veld liep schuin af, er was niemand, de pub waar we wilden eten was dicht, de wc was sjebbie. Maar we konden niet meer. Het was wat het was (we waren ook gewoon moe en chagerijnig dus leek alles stommer).

Toeval? Dacht het niet.

Daar ging onze rustdag, want we wilden hier niet twee nachtjes slapen, maar we hadden hem echt nodig. Tijdens het skiën in de Alpen heeft mijn knie een rare draai gemaakt en de pijn speelt weer op na de lange dag en ik heb een dikke blaar. Zora’s kuiten branden de pan uit en we hadden zin het dorpje op een uur lopen van de route nog te bezoeken, maar no way dat we dat vandaag nog gingen doen. Ted, die Schots is, had eerder al aangeboden dat een vriend van zijn vader langs de route woonde. Na informeren bleek: het was 1 kilometer van onze camping vandaan, dat geloof je toch niet!

We kregen een cryptische omschrijving van de locatie en waar de sleutel lag, want hij was zelf twee dagen op stap. We kwamen binnen in een ontiegelijk mooi hobbit huisje. We blijven hier twee nachten, bezoeken morgen toch dat dorpje nog, laden al onze spullen op, slapen een keer lekker warm en gaan gewoon keihard chillen. Om vervolgens weer de heuvelbergen in te trekken, waar avontuur ons opwacht.

Ontvang een mailtje van me bij een nieuwe blog! 🍂🍃

Voeg je bij 185 andere abonnees

Geef een reactie op Simone Reactie annuleren

3 reacties op “Eerste week Pennine Way”

  1. Pelgrim Zora Avatar

    Ja, liepen we maar het Pieterpad.

    Like

  2. Hems Zwier Avatar

    Geweldig verhaal. Je voelt de pijn, maar ook het comfort en het plezier van bij ‘toeval’ bij het hobbithuisje aankomen. Zo is het echt geen toeval, maar dat wat je toevalt 😉

    Happy trails 😉

    Like

    1. Simone Avatar

      Haha ja! Heerlijk toch!!

      Like